Slak zonder wijngaard.

0
525

Soms gaat de wereld om je heen zo snel dat je het gevoel hebt dat je het niet meer kunt bijbenen. Juist op zo'n moment is het een weldaad om, geknield op een regenachtige dag, in de tuin een relax dier tegen te komen. De Wijngaardslak (Helix pomatia) behoort tot de buikpotigen (Gastropoda) en zijn een klasse uit de stam van weekdieren (Mollusca). De Nederlandse naam is te danken aan de gespierde onderzijde van het langwerpige lichaam, die voor de voortbeweging zorgt. Gaster betekent buik of maag, en poda betekent poten, wat de wetenschappelijke naam Gastropoda verklaart. Er zijn wereldwijd, zo ver als onze kennis strekt, zo'n 60.000 tot 75.000 verschillende soorten bekend. Slakken zijn de enige weekdieren die ook op het land leven. De meeste slakken leven in zee en daarnaast leeft een deel van de soorten in het zoete water. De slakken zijn op verschillende manieren in te delen, zo zijn er slakken met een huisje, huisjesslakken en slakken zonder huisje de naaktslakken. De Wijngaardslak behoort duidelijk tot de eerste groep. Juist vanwege hun verkalkte huisje is deze groep die in de tijd van de evolutie zijn uitgestorven toch goed in kaart gebracht omdat ze goed bewaard zijn gebleven. Veel soorten worden dan ook gebruikt als gidsfossiel, zodat de ouderdom van aardlagen kan worden vastgesteld. De eerste landbewonende slak is Maturipupa en duikt op in het Carboon in Europa. Dit was een grote en succesvolle groep waarvan zeker 20.000 gefossiliseerde vormen zijn gevonden.  De landbewonende slakken maar waren echter nog dun gezaaid tot in het Krijt. De bekende Helix-soorten dus ook de Wijngaardslak stamt reeds uit die tijd. Onverstoorbaar glijdt de Wijngaardslak over de natte houtsnippers. Hier en daar graast hij/zij met de rasptong de algen eraf. Alle slakken hebben een langwerpig lichaam, dat in drieën is verdeeld; de gespierde voet voor de verplaatsing, een viscerale massa boven de voet die de organen bevat en zich in principe in de schelp bevindt en een vaak goed te onderscheiden kop. Op de kop zijn de twee gesteelde ogen zichtbaar, de steeltjes worden tentakels genoemd. Lang niet alle slakken hebben echter ogen, de soorten die ze wel hebben kunnen alleen lichtverschuivingen waarnemen, sommige soorten hebben meer complexe ogen met lenzen. Alle slakken hebben onder de ogen een gepaard gesteeld zintuiglijk orgaan dat korter is dan de oogstelen, de zogenaamde tasters. Deze bevatten receptoren die onder andere geuren analyseren en worden gebruikt om de omgeving waar te nemen. Bij verstoring heeft de Wijngaardslak de typische gewoonte om de ogen en de tastorganen 'in te trekken' wat een zeer opmerkelijk gezicht is. Het bekijken van de meester van de onthaasting werkt helend op mij. Het is als mens helemaal niet nodig om alles en iedereen te moeten bij benen. Waarom zou je ook? Huisjesslakken zijn er met hun levensstijl al veel langer op deze wereld dan mensen en daarnaast heeft de Wijngaardslak ook geen wijngaard nodig om een slak te zijn.