Beetje rondstruinen in een Limburgse groeve levert altijd
wel iets leuks op! Eerst wat rugstreeppadden onder een houtplank die voor de
tropische temperatuur schuilen. Ze zijn er duidelijk niet blij mee dat hun dak eraf gaat en
proberen met hun ogen dicht dieper weg te kruipen. Voorzichtig leg ik de plank
terug. De opgewarmde zandhagedissen zijn mij te vlug af maar zie dan hoe een jong
exemplaar in een doorzichtig cola flesje rent. Tja, dat is om problemen vragen.
Voor mij een mooie gelegenheid om de spruit even goed te bekijken. Het is een
jong exemplaar van dit jaar en een overtuigend bewijs dat in de groeve
voortplanting van zandhagedissen plaatsvindt. De inhoud van het flesje laat ik er uitlopen samen met het spartelende reptiel.
Eenmaal verlost van de lichtbruine vloeistof
rent het jonge zandhagedisje voor zijn
leven naar de beschutting van de vegetatie.
Bij het waterplasje maak ik een
paar plaatjes van een voor mij onbekende cypergras. Eenmaal thuis had ik deze plant met zijn bijzonder uiterlijk al vlug gevonden: bleek cypergras (Cyperus eragrostis). Deze
plant heeft driekantige stengels en grasachtige bladeren die in drie rijen
staan ingeplant. Deze soort wordt van 25
cm tot 90 cm hoog. De bloeiwijze is
parapluvormig met lange schutbladeren en platte bleekgroene aartjes die in
dichte bolvormige clusters staan ingeplant. De bestuiving vindt plaats door de
wind. De zeer kleine nootjes worden
doorlopend gevormd vanaf de aanzet van de bloei. Bleek cypergras vormt kleine
pollen van verschillende stengels die op een korte wortelstok staan ingeplant. Voor de bloei kan bleek cypergras worden
verward met verschillende andere soorten uit de zeggenfamilie, die meestal ook
aanwezig kunnen zijn op vochtige groeiplaatsen. Maar bij de eerste aanzet van de bloei (mei-juni)
kan deze laatste meestal eenvoudig worden herkend.
Bleek cypergras komt van
oorsprong uit subtropisch Zuid-Amerika. Hier groeit die op modderige en
verstoorde plaatsen die onder water staan tijdens de winter zoals langs
rivieren, in moerassen en natte ruigtes. Dat deze plant in grote delen van
Afrika, Amerika, Europa maar ook verschillende oceanische eilanden (Azoren,
Canarische eilanden, Riukiu-eilanden, Norfolkeiland, Paaseiland) voorkomt
hebben we te danken aan de wereldwijde handel. Bleek cypergras werd bijvoorbeeld, als woladventief, voor het eerst in België verzameld voor een herbarium in 1896. Daarna werd de soort slechts sporadisch gemeld
van enkele locaties in Vlaanderen en Wallonië. Vanaf het einde van de 20ste
eeuw en het begin van de 21ste eeuw is het aantal waarnemingen, in het
bijzonder in Vlaanderen, spectaculair toegenomen. Deze opkomende soort heeft
zich ondertussen hier en daar ingeburgerd in Vlaanderen. In Nederland is dat
waarschijnlijk ook zo gegaan. Vroeger werden deze prachtige plant ook verkocht als
vijverplant. Hoewel de soort in haar natuurlijk areaal een vaste plant, kan ze
zich in ons klimaat meestal enkel als eenjarige handhaven. De kleine nootjes
rijpen zeer snel af en worden doorlopend gevormd na het in bloei komen van de
plant.
Deze nootjes zijn vorstbestendig en behouden lang hun kiemkracht. Het verbaast dan ook niet dat deze plant in modderige
warme habitats zoals in de rijstvelden kan uitgroeien tot een zeer lastig
onkruid. Warmte bevordert de kieming
waardoor deze plant soms ook voorkomt als onkruid in verhardingen met name in
watergoten. Rivieren maar ook stromend water in watergoten speelt een grote rol voor de verspreiding van zaden met name in stedelijk
gebied. In Nederland zijn er vanaf 2005-2015
in 114 kilometerhokken bleek cypergras gevonden. Daarvan zijn er in Limburg maar 9
kilometerhokken gevonden. Toch wordt de plant ook in Nederland als een invasie
soort gezien omdat deze soort buiten haar areaal meestal beschouwd wordt als
een onkruid. Eens deze zich heeft gevestigd, zou ze inheemse soorten kunnen wegconcurreren.
Vooral in Zuid-Europa kent de soort momenteel een sterke expansie.
Hoewel de
verspreiding in België en Nederland momenteel beperkt is, wordt aangeraden de
soort preventief te bestrijden om verdere verspreiding tegen te gaan. Men neemt
aan dat de ecologische impact van deze soort voor een afname zorgt van de biodiversiteit
in vochtige gebieden. Of bleek cypergras
inderdaad inheemse soorten zal verdringen zal de
toekomst moeten uitwijzen. Tot op heden
is dit wereldwijd nog niet aangetoond door
wetenschappelijke literatuur. Voor mij is deze Zuid-Amerikaan iedergeval een
leuke aanwinst op mijn privé streeplijst.