De Nederlandse media stond weer eens op zijn kop! In de Ooijpolder bij Nijmegen was een Wasbeer (Procyon lotor) gefilmd met behulp van een wildcamera. Dat was inderdaad een film primeur voor Nederland maar dat was ook de enigste nieuwswaarde van dat nieuws. Voor de rest is het oude koek! De Wasbeer komt al vanaf de jaren zestig in Limburg voor en die provincie, hebben we op de Lagere basisschool geleerd, ligt ook in Nederland. Maar goed… zo gaat dat in de sensatie journalistiek. De Wasbeer is een roofdier uit de familie der Procyonidae (kleine beren). Het voedsel is zeer uiteenlopend zowel uit plantaardige als dierlijke kost: allerlei vruchten en granen, vogels en eieren, kleine zoogdieren, amfibieën, reptielen en vissen, kreeft, insecten, regenwormen, slakken en voedselresten in vuilnisbakken. Na het aanleggen van een aanzienlijke vetreserve in het najaar, gaan Wasberen in geval van vorst en sneeuw in winterrust. Deze wordt onderbroken voor de paring, die in februari plaatsvindt. De 2 tot 6 jongen worden geboren in april of mei. Ze blijven bij de moeder tot de herfst, maar bij schaarste aan goede schuilplaatsen brengen ze soms nog samen de winter door in hetzelfde hol. Als schuilplaatsen worden vooral allerlei bestaande grote ondergrondse holen van Vos en Das gebruikt. Wasberen kunnen geweldig goed klimmen dus worden bomen begroeid met klimop en ook grote vogelnesten zoals van een Buizerd gebruikt om te slapen. Maar plaatsen met open hooi opslag zijn ook ideaal. Het is de meest algemene wasbeersoort en komt wijdverbreid en in grote getallen in Noord-Amerika voor. In de jaren dertig van de twintigste eeuw is hij en zij voor de pelsdierfokkerij ingevoerd in Rusland en Duitsland. Uit deze fokkerijen ontsnapten dieren en in 1934 zijn twee wasbeerpaartjes uitgezet in het West-Duitse Hessen voor de jacht en ter verrijking van de fauna. Vandaar uit heeft de Wasbeer zich verspreid naar bijna geheel Duitsland, delen van Tsjechië, Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk en de Benelux. Als je er een ziet zijn ze direct herkenbaar aan hun karakteristieke zwart-met-witte gezichtsmasker en de ruige, zwartgeringde staart. Het aantal ringen is meestal vijf. De lange, dichte vacht is grijsachtig. Verder heeft de Wasbeer een brede kop met een spitse snuit, korte, afgeronde oren, een gedrongen lichaamsbouw en lange poten. De tenen van de poten zijn vrij lang en kunnen wijd uitgespreid worden. Wasberen zijn overwegend nachtactief en laten zich mede daardoor moeilijk waarnemen. Hun aanwezigheid kan vooral worden vastgesteld op basis van de typische pootafdrukken. Hij is een echte zoolganger en laat dan ook onverwisselbare "beren"prenten met 5 lange tenen achter. Het is altijd weer leuk om sporen van Wasberen te vinden. In de ondergrondse mergelgroeven in Zuid-Limburg worden er wel bijna elk jaar prenten gevonden. Ook langs watergangen op zand- en slibplekken heb ik vaker sporen gevonden. In ons dorp is een Wasbeer al een paar keer gezien in een tuin, klimmend in een hoge conifeer en lopend over een pergola. Deze wilde tuinbezoeker is zelfs gevangen in een inloopkooi en diezelfde dag weer losgelaten. De Wasbeer heeft niet erg te lijden van natuurlijke vijanden. De belangrijkste doodsoorzaak is jacht en verkeer. De Wasbeer wordt ook in Duitsland als exoot beschouwd en daarom wordt er op gejaagd. De deelstaat Noordrijn-Westfalen grenst o.a. aan Limburg. De jaarlijkse jachtstatistieken van deze deelstaat laten niks aan de fantasie over: 2001/ 2002 zijn er 2.076 Wasberen geschoten en 124 als valwild (verkeersslachtoffers) gevonden. De aantallen per jaar zijn in stijgende lijn in: 2007/ 2008 zijn er 5.147 Wasberen geschoten en 320 verkeersslachtoffers gevonden. Ondanks deze hoge cijfers dringt het besef langzaam door dat Wasbeer, ook in Duitsland, niet meer uit vrije natuur kan worden verwijderd. Er zijn dan ook veel kritische geluiden te horen over hoe ze daar verder mee om moeten gaan. Deze kleine dappere Amerikaan is door ons eigen toedoen, uit het oogpunt van winstbejag, naar Europa gekomen. Voorkomen zou beter zijn geweest dan achteraf bestrijden. De Wasbeer heeft nu wel bewezen dat we er gewoon mee moeten leren leven. De jonge generatie van de ingeburgerde Wasberen dwingen daarom des te meer respect af dat ze zo goed zijn geïntegreerd in onze, soms intolerante, samenleving.