Voor wie denkt dat natuur alleen buiten de stad is te zien
heeft nooit zijn zintuigen de kost gegeven. Natuur is overal ook daar waar je
het niet meteen verwacht. Om een korte wandeling in de stad Nijmegen verder in
te korten neem ik een smal tussendoor gangetje. Dan geheel onverwachts zie ik
een groene plant tussen de planken van een schutting groeien.
Ik liep er eerst
voorbij maar keerde mij om en bekeek eventjes de groene plant iets
nauwkeuriger. Dat je juist in zo'n desolaat gangetje een bijzondere plant tegenkomt zoals
klein glaskruid (Parietaria judaica) bewijst dat ook de stad geschikt is voor
ontdekkingstochten. De eerste naam Parietaria komt van het Latijnse paries
(wand), de plant groeit voornamelijk op muren. Judaica komt van Juda (een
bergstreek in Israël). Als je ze groeiend aantreft op oude muren van ruïnes, kaden, kerken, kastelen, stadsmuren en of in het buitenland ook op
rotsen wordt de plant tussen 10 tot 40 cm. Echter tussen straatstenen, onder
heggen en in tuinen kan deze plant soms zelfs tot 80 cm groot worden. De grote
van de plant is ook afhankelijk of het een zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen
op matig droge tot vochtige, voedselrijke, met name stikstofrijke, doorlatende
grond en op kalkrijke, stenige plaatsen groeit. Vanwege de soms grotere versie
van Klein glaskruid zou je de plant kunnen verwarren met Groot glaskruid (Parietaria
officinalis). Maar als je de stengel doorsnijdt heeft de kleine geen holle stengel
zoals groot glaskruid. De verspreid staande bladeren zijn stevig, donkergroen
en eirond. Ze hebben een wigvormige tot afgeronde voet, een gave rand en een
korte spits. De 2 tot 5 cm lange bladeren zijn 2 tot 3 maal zo lang als de steel.
De liggende, opstijgende of soms rechtopstaande stengels zijn gevuld, dicht
behaard, sterk vertakt en vaak dieprood van kleur. De bloeitijd van de
onopvallende groenachtige bloemen is in van mei tot oktober.
De plant is polygaam.
Dat wil zeggen dat de plant bloemen heeft met zowel mannelijke als vrouwelijke
geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke
geslachtsorganen. De zaden zijn 1 tot 1,4 mm lang nootje en heeft een
mierenbroodje. Erg handig als beloning voor de mieren die de zaadjes, tegen de
zwaartekracht in, mee over een hoge muur verspreiden. Klein glaskruid komt voor in het Middellandse
Zeegebied, Zuidwest-Azië en West-Europa. Schotland is de noordelijkste plek in Europa. Bij een voormalige bomen- en
plantenkwekerij in Limburg zag ik naast allerlei zeer bijzondere bomen,
uit verschillende werelddelen, ook klein glaskruid staan. Er staat hier zoveel dat je
soms afvraagt is deze plant wel zo zeldzaam? Via het wereldwijde handelstransport is de
plant ook in Noord-Amerika terecht gekomen en wordt daar als een zeer lastig onkruid
gezien. De stengel en de bloempjes (met zaadjes) blijven makkelijk kleven en dat
draagt ook bij aan de verspreiding. In Nederland is klein glaskruid echt wel zeldzaam
in het rivierengebied en komt voornamelijk in stedelijke gebieden voor. Elders
in het land is ze zeer zeldzaam. In 2012 stond hij nog op de Rode lijst maar is
thans niet meer bedreigd. De trend sinds 1950 is dat de populaties stabiel zijn
en zelfs toegenomen. Ondanks dit is de plant gelukkig nog steeds wettelijk
beschermd. Ook bij muurrestauraties van oude gebouwen, bruggen en muurkades
moet een aannemer rekening houden met deze bijzondere plant. Dus bij deze zijn ze gewaarschuwd snij je niet
in de vingers maar laat hem rustig staan.