Het is in de tuin altijd weer een genot als de Rododendron (Rhododendron catawbiense) gaan bloeien. Het is een plant uit de heifamilie (Ericaceae) die van nature voorkomt in het oosten van Noord-Amerika. De soort groeit vooral in de Appalachen van Virginia in het noorden tot Alabama in het zuiden. Hiernaast komt de plant in een aantal staten verwilderd voor. De soortaanduiding catawbiense is afkomstig van de indianenstam Catawba. Deze soort wordt vanwege de mooie bloemen veel aangeplant. De struik komt in Nederland verwilderd voor op buitenplaatsen en in bossen, vooral op zandgrond. De struik plant zich voort door zaden en vegetatief door beworteling van de grond rakende takken. Sinds de Rhododendrons in onze tuin staan is het elk voorjaar door de vele bloemen een kleurenpracht. Maar zo'n tien jaar geleden zag ik de Amerikaanse rhododendroncicade (Graphocephala fennahi) ook in onze tuin. Bij de Rhododendron zijn in het voorjaar bleekgroene insecten te vinden die veel op bladluizen lijken, hoewel ze veel beweeglijker zijn. Dit zijn de larven van deze soort. In de loop van de zomer ontwikkelen ze vleugels en krijgen ze mooie kleuren. De bijna 10 millimeter grote prachtig gekleurde cicaden kunnen springen, rennen en vliegen. Het is lastig om ze goed te bekijken want ze zijn snel weg. Sinds 1964 is de uit Noord-Amerika afkomstige rhododendroncicade in Nederland aanwezig. Sinds die tijd wordt er in parken, tuinen en landgoederen veel melding gemaakt van knopafsterving. Ook in onze tuin zag ik steeds meer knoprot.
De bloemknoppen komen niet open, ze verkleuren bruin en kunnen jaren in die toestand aan de planten blijven zitten. De knoppen zijn bedekt met kleine, zwarte schimmelachtige speldenknopjes. Deze dragen de sporen van de schimmel. De verspreiding van deze schimmel wordt helaas mede versneld door de cicaden. De zuigende cicaden brengen de schadelijke schimmelsporen verder over naar de andere gezonde knoppen en planten. Er wordt aangeraden om chemische bestrijding toe te passen. Ik laat me echter niet verleiden door deze kortzichtige commerciële tuincentrum adviezen. De laatste twee jaar zie ik een afname van de cicade en knoprot. Er is een simpele verklaring voor: Er ontstaat een kettingreactie: De vele cicades trekt ook andere diersoorten aan zoals Koolmezen, Pimpelmeesjes, Heggenmus en Roodborstje. Maar ook insectenetende insecten zoals de Lieveheersbeestjes, Boom- en Struiksprinkhaan snoept van de cicades! Mijn tuintip is dan ook regelmatig de zieke knoppen meermaals per jaar uitnijpen. Bij een erge aantasting de gehele planten gedeeltelijk insnoeien (na de bloei) om sneller alle knoppen weg te snoeien (10-15 cm wegsnoeien). Geen ziek materiaal naar de composthoop brengen maar in de vuilnisbak gooien. Het wegvangen van cicades in de koude natte ochtenden, dan zijn ze niet zo actief en kun je ze redelijk wegvangen. Gezien deze combinatie met de natuurlijke hulp van de tuinbewoners zie ik weer steeds meer bloemenpracht in de Rhododendrons verschijnen. Natuurlijk krijg je niet alle cicades weg, maar dat hoeft ook niet. Ook zij zijn de moeite waard om ze van dichtbij te bekijken. Door het gemakzuchtige chemische tuincentrum "goedje" te gebruiken gaat er veel meer naar de knoppen dan je lief is.