Met een zonnetje in het gezicht is het, op een beschutte
plek, buiten redelijk uit te houden maar er moet iets gedaan worden. Elk jaar
moeten de (dak)moerbeien gesnoeid worden. Dit jaar was ik door omstandigheden
wat later dan normaal. Of zijn de sneeuwklokjes en de krokussen al eerder in de
bloei? Ook de blauwe boshyacinten en de daslook laat al zijn uitgerolde bladeren zien. In de zomereiken zijn de Boomklevers
en de Koolmezen druk bezig. Een nestkast die tegen het houthok hangt is in zijn
geheel bedekt door overhangende klimop dus die knip ik even vrij. Zo die is ook
klaar voor het naderende voorjaar. Een Koolmeespaartje daalt af uit de bomen en
gaan de nestkast meteen inspecteren. Net op het moment dat ik weer verder wil
snoeien aan de laatste moerbei komt een Middelste bonte specht (Dendrocopos medius) uit het Landgoed
aan zeilen en land vlak voor mijn neus op de pas gesnoeide moerbei. Daar sta je
dan met een grote takkenschaar in je handen in plaats van je fototoestel. Een
beetje zuur als je in al die uren zitten in je schuiltent geen glimp opvangt
van deze zeldzame klimmer en sta je even in de tuin komt meneer voor je neus
paraderen! Maar ik moet niet zeuren, het is een geweldige fraaie vogel! De
uiterlijke kenmerken zijn nu wel zeer duidelijk te zien. Hij is ongeveer 19,5
tot 22 centimeter lang; dit is slechts iets kleiner dan de Grote bonte specht,
die 23 tot 26 centimeter lang is. De Middelste bonte specht lijkt echter kleiner
door de korte snavel en de ronde, lichte kop. Hij heeft een rode kruin en een
roze anaalstreek. Belangrijk
om de Middelste bonte van de jonge Grote bonte specht te onderscheiden, is het
'open' gezicht. Maar in deze periode van deze tijd kan er zo wie zo geen
verwarring niet optreden. De snorstreep reikt namelijk niet tot de snavel en de
streep op de zijkop raakt het achterhoofd niet. Bij de Grote bonte specht raakt
de snorstreep de snavel wel en ook wordt bij deze soort de streep op de zijkop
wel verbonden met het achterhoofd. De buik en flanken van de Middelste bonte
specht zijn gestreept en hebben een gele tint. De Middelste bonte specht broedt
in weelderige loofbossen met oude eiken, haagbeuken en iepen, in Midden- en
Zuid-Europa. Hij prefereert bossen in combinatie met open plekken, weiden en
dichte bosschages. In Nederland was de soort een tijdlang uitgestorven als
broedvogel, maar vanaf 1997 broedt hij weer binnen onze landsgrenzen. In dat
jaar was de soort slechts aan te treffen in Midden- en Zuid-Limburg. De hoogste
dichtheden worden hier bereikt, maar sindsdien heeft de Middelste bonte specht
zich sterk uitgebreid. In 2005-2008 broedden er al minimaal 150 paartjes in
Nederland, niet alleen meer in Limburg , maar ook in Twente, de Achterhoek en
Noord-Brabant. De Middelste
vliegt weg en gaat schaterend in onze Zomereik zitten. Tegen beter weten in haal ik binnen even mijn telelens maar de Middelste
bonte specht laat zich niet meer zien of horen. Tja, mensen helaas geen plaatje van de Middelste
bonte specht maar wel van de moerbeien waar dit verhaal zich af heeft gespeeld.
De telelens ligt werkeloos naast me op het bankje. Ik ben een ook beetje uit
mijn ritme geslagen en de laatste Moerbei snoeien lukt vandaag niet meer.
Morgen is er ook een snoeidag en hopelijk weer met die mooie maar lastige specht.