Aan het
eind van de zomer is het niet eenvoudig om een lekkere gezonde bewaarsnack voor
de winter te vinden als je niet weet waar je moet zoeken. Maar het
voor(jaar)werk had ik al gedaan toen een aantal Gele kornoelje (Cornus mas) langs
de bosrand spectaculair in bloei stonden.
Begin augustus gaan de groene
vruchten na een periode van onopvallende aanwezigheid pas echt te groeien. Een
paar vruchten beginnen zelfs rood te worden. Ze smaken zuur en vooral wrang. Eind
augustus gaan de eerste vruchten van knalrood naar donkerrood te kleuren. Begin
september zijn de meeste vruchten mooi donkerrood. De smaak begint er op te
lijken: behoorlijk zoet en fruitig. Dat is het tijdsein om de vruchten te gaan plukken.
Na een uurtje
is mijn emmer vol en eenmaal thuis verspreid ik de vruchten op grote platte
schalen. Het liefst leg ik ze een paar dagen in de volle zon om te rijpen
daardoor worden ze extra zoet. In de vruchten zit heel veel vitamine C. Voor het recept hou ik meestal 1,5 kilogram gewassen vruchten aan.
De vruchten met
een bodempje water laten koken. Voor meer smaak en voor de nodige pectine doe
er ik nog een geperste sinasappel/citroen en twee appels zonder klokkenhuis
erbij. Met een stamper komen er al veel vruchtvlees los van de steenzaden.
Daarna doe ik de vruchten in een passe-vite
(roerzeef). Deze draai ik in tegenovergestelde richting. Zo kun je het
vruchtvlees en sap makkelijker scheiden van het zaad. De zaden bewaar ik nog
even in een zakje. Als het mengsel kookt gaat er een beetje rietsuiker en een
dosis geleisuiker erbij. Ondertussen leg ik de potten en deksels in een andere pan
met kokend water. Zet de potten op een schone theedoek op het aanrecht. Breng
het mengsel al roerend weer aan de kook. Schep dan de hete jam in de nog hete
potten tot de rand vol en draai er meteen de deksel stevig op. Zet de potten op
z’n kop en laat het rustig afkoelen. Het is altijd handig om er een etiket op
te plakken waar op staat wat erin zit met het oogstjaar. Eenmaal alles gevuld kun je als beloning de jam proeven
door heerlijk de pan uit likken met je vingers. Naast de eetbare
vruchten is Gele kornoelje tegenwoordig ten onrechte in vergetelheid geraakt.
Gele kornoeljes zijn niet alleen mooie voorjaarsbloeier en aantrekkelijk voor
bijen en vogels, ze hebben nog veel meer te bieden. Het is trouwens een ideale
struik om ze samen met meidoorn te planten als heg. Dat verhoogt de
biodiversiteit in je tuin of buitengebied. Voor bijna alle delen van de planten
werd vroeger een nuttige toepassing gevonden. Van het buitengewoon harde hout
werden bijvoorbeeld wandelstokken vervaardigd, maar ook knopen, wevers- en
kantklos spoeltjes of sporten voor ladders, wagenwielen en molenwieken. Van het
hout en de schors kon een natuurlijke, gele kleurstof worden gewonnen. De
schors en de bladeren bevatten een hoog aandeel looistoffen en deze werden dan
ook bij het leerlooien gebruikt. Recent
heb ik nog een vegetarisch soeprecept gevonden. Uit het gezeefde vruchtvlees
met het sap, onder toevoeging van uien, knoflook en verse pepermuntbladeren
kunt u een aparte, maar zeer smakelijke soep bereiden. De pitten die vrij
kwamen bij de bereiding van sap, jam, compote, soep en zelfs likeur waren goed
voor de winning van plantaardige olie. Daarnaast
werden ze door geduldige kloosterlingen verwerkt tot betaalbare rozenkransen.
Zelf strooi ik de afgekoelde zaden uit op een open plek of bosrand in ons aangrenzende Landgoed.
Voor een bloeiende toekomst van het Landgoed moet de pit er in blijven!