De Brouwersdam is het zevende bouwwerk van de omvangrijke Deltawerken.
De Brouwersdam sluit het Brouwershavense
Gat af. Door deze afsluiting ontstond het Grevenlingenmeer. Al in 1965
was de Grevelingendam tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland
gereedgekomen. De Grevelingen ten zuiden van Goeree-Overflakkee stonden nog in
verbinding met de Noordzee. De stormvloeden konden hier dus hoger oplopen,
daarom werden de dijken aan de zuidkant van het eiland in 1965 verhoogd. Om de
periode van hogere vloedstanden te verkorten is direct na de sluiting van de
Grevelingendam begonnen met de bouw van de Brouwersdam. Na ruim zes jaar, in
het voorjaar van 1971, is deze dam gesloten. Na de afsluiting van de
Grevelingen viel ongeveer 3000 hectare land droog. Het verdwijnen van de
getijdenwerking en de langzame verzoeting van het meer hadden tot gevolg dat
veel zoutminnende diersoorten uitstierven en er andere voor in de plaats
kwamen. In de oorspronkelijke plannen zou het meer volledig verzoeten om als
zoetwaterreservoir voor onder andere de landbouw te kunnen dienen. In de loop
van de jaren 70 werd besloten om de verzoeting tot staan te brengen en het
zoutgehalte van het Grevelingenmeer weer op het niveau van voor de afsluiting
te brengen. Daartoe was een verbinding met de Noordzee nodig en besloot men tot
de aanleg van de Brouwerssluis. In 1978 werd de sluis in gebruik genomen.
Tegenwoordig staat de sluis in de Brouwersdam, op 30 dagen in de periode
september tot december na, het hele jaar door open. Hierdoor is het mogelijk om
het water in het meer optimaal te verversen en de vis zoveel mogelijk
gelegenheid te geven om in en uit het meer te kunnen trekken.
Het
Grevelingenmeer is tegenwoordig één van de schoonste en helderste
zoutwatermeren van Zuidwest Europa. Vanaf de top van de Brouwersdam (rode
stip) heb je een geweldig uitzicht op
zowel het Grevelingenmeer als de Noordzee. Het Grevelingenmeer heeft vanwege
zijn rijke onderwaterleven de status Natura 2000 verworven. Het Grevelingenmeer
is onderdeel van een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het
grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het beleid
van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. Natura 2000 is niet enkel
ter bescherming van gebieden (habitats), maar draagt ook bij aan soortenbescherming.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat je hier veel bijzondere dieren kunt
waarnemen.
Vanaf de dam zie je al kleine zwarte stipjes met rimpelingen bewegen
in het rustige water in het Grevelingenmeer. Dat zijn onmiskenbaar zeehonden. Eenmaal dichterbij zie je dat
het Grijze zeehonden (Halichoerus grypus) zijn. De snuit loopt in één rechte
lijn met het voorhoofd. De snuit van het mannetje is veel langer en breder dan
die van het vrouwtje. De kleur varieert van grijs tot donkerbruin tot zwart,
maar grijs is de overheersende kleur. Vrouwtjes zijn meestal lichter van kleur
dan mannetjes. Mannetjes zijn over het algemeen donkergrijs met lichtere
vlekken, vrouwtjes zijn meestal lichter grijs met donkere vlekken. Verder is
het mannetje steviger gebouwd en heeft een grotere, bredere kop. Ook heeft hij
drie à vier duidelijk zichtbare rimpels rond de nek. De neusgaten zijn
duidelijk gescheiden, in tegenstelling tot de gewone zeehond.
De mannetjes van de grijze zeehond worden 195 tot 330
centimeter lang en gemiddeld 170 tot 350 kilogram zwaar. De vrouwtjes zijn een
stuk kleiner formaat dan mannetjes en wegen slechts tot 220 kilogram. Dankzij
een dikke speklaag is de grijze zeehond goed beschermd tegen het koude
zeewater. Grijze zeehonden leven langs de kusten in gematigde en koudere delen
van de Noordelijke Atlantische Oceaan. Ze komen voornamelijk rond Newfoundland,
Zuid-Groenland, IJsland, Noorwegen, de Britse Eilanden, Bretagne en de Oostzee.
Grijze zeehonden geven voorkeur aan rotsige kusten maar ze worden ook
waargenomen op zandbanken, bij riviermondingen en op zandstranden. In Nederland
is de grijze zeehond niet zo talrijk als de gewone zeehond. Sinds de jaren 80
komt er in de Waddenzee weer een kleine populatie voor. Op de Richel, een
zandplaat tussen Vlieland en Terschelling, bevindt zich een populatie van
ongeveer 1000 dieren. De grijze zeehond wordt ook waargenomen op de Zeeuwse
zoute wateren, waaronder de Voordelta, de Oosterschelde, de monding van de Westerschelde.
Inmiddels is de grijze zeehond ook een vaste bewoner van het Grevelingenmeer geworden
en plant hij zich hier ook voort. Het is
een wonderlijke aanblik om deze grijze zeehonden zo dichtbij de kust te zien
dobberen in de ruwe Noordzee. Volgens de verkoopster die in de mobiele viskraam
vlak bij de sluis staat zijn de grijze zeehonden hier bijna dagelijks te
zien. Er zijn diverse exemplaren en regelmatig
duiken ze onder. Hier bij de harde stroming van de Brouwerssluis is veel
voedsel te vinden.
Tot twee keer toe zie ik een opduikende zeehond op iets
kauwen. Helaas draait hij zich steeds om en laat zich niet het kaas van zijn brood eten.
Grijze zeehonden eten voornamelijk zeevis, schaal- en weekdieren. Sinds
kort is vastgesteld dat grijze zeehonden behalve vis en kleine zeedieren ook
grotere zoogdieren eten. Het was een mysterieus verschijnsel: de afgelopen tien
jaar strandden honderden verminkte bruinvissen langs de Nederlandse kust.
Onduidelijk was of deze verwondingen door de visserij kwamen of door
roofdieren. Wetenschappers verrichten forensisch onderzoek op kadavers van
bruinvissen die aanspoelden tussen 2003 en 2013. Voor het eerst toont
DNA-onderzoek aan dat grijze zeehonden de verwondingen toebrengen. Zeker een
kwart van alle aangespoelde bruinvissen van de afgelopen tien jaar leek
aangevallen door grijze zeehonden. De
onderzoekers konden zien dat de aanvallen plaatsvonden toen de bruinvissen nog
leefden. Grijze zeehonden jagen dus actief op bruinvissen, wat opmerkelijk is
omdat men altijd dacht dat ze alleen op vis jagen. Hoe de zeehonden de
bruinvissen te pakken krijgen is nog niet bekend. Sommige bruinvissen komen
vast te zitten in vissersnetten en verdrinken hierdoor. Het is dus
waarschijnlijk dat de zeehonden begonnen te eten van deze ‘makkelijke’ prooien
en stapten vervolgens over op actief jagen op de bruinvissen. De meeste aangevallen
bruinvissen waren jonge, blijkbaar ook onervaren dieren die in goede conditie
waren. Het spek van de bruinvis is een waardevolle aanvulling op het huidige
dieet van de zeehonden. In Duitsland is bij het eiland Helgoland voor het eerst
vastgelegd dat grijze zeehonden ook gewone zeehonden eten. Zo is de piramide
van de voedselketen weer een stukje completer. De grijze zeehond bewijst
hiermee dat ook in dit deel van ons dicht bevolkte Nederland nog steeds plaats
is voor toppredators en dat moeten we koesteren.