Eenmaal stilstaand in de file greep ik mijn kans om niet geërgerd te raken en begon wat plaatjes te maken van het gele lint in de middenberm. Je ontkomt er, als reiziger niet aan om de opmars van Bezemkruiskruid (Senecio inaequidens) jaarlijks te zien toenemen. Het natuurlijke verspreidingsgebied van de plant ligt in Zuid-Afrika. Daar komt de soort voor in de bergen in het oosten op rotsige hellingen en op met kiezel bedekte beekbodems. Met woltransporten is de plant rond 1900 naar Europa gekomen. Na 1900 zijn er verschillende meldingen van de plant in de Benelux, zoals in 1939 bij Tilburg en in 1942 in Breda. De wateren waaraan de wolwasserijen waren gevestigd, verzorgden het vervolgtransport. Zo begon de echte succesvolle verspreiding in Nederland vanuit België via de Maas in Limburg. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was Bezemkruiskruid nog vooral een plant langs de Limburgse rivieren. Ik zelf heb de plant leren kennen in de Grensmaas en toen er soms nog treinen over de " IJzeren Rijn" reden. Ze staan op beide plaatsen net als in Zuid-Afrika tussen de kiezels. Als er een plant gebruik heeft gemaakt en nog maakt van menselijke infrastructuur is het wel de Bezemkruiskruid. Van vervoer over water stapte de plant over op vervoer per spoor en daarna ook op vervoer over het uitgebreide wegennet. Laten we vooral genieten van deze zeer goed ingeburgerde Zuid-Afrikaan die als een van de weinige planten tot zeer laat in de herfst de snelweg, desolate industrie-, haven- en rangeer spoor terreinen wat kleur geeft in ons land. Er waren veel zweefvliegen te zien op de geel bloeiende middenberm, dat soort details valt vooral op als je stilstaat in de file.