Kleine vos verrasssing.

0
370

Het is weer tijd om de twee lindebomen in de voortuin te snoeien. Eenmaal bezig met een lekker zonnetje in je nek wil ik de snoeischaar in de tak zetten en plotseling  ontvouwt zich een Kleine vos (Aglias urticae). De basiskleur van de bovenkant van de vleugels is oranje. Langs de voorrand van de voorvleugel loopt een band van afwisselend gele en zwarte vlekken, die bij de vleugelpunt wordt afgesloten met een witte vlek. Ook in het middenveld bevinden zich nog een zwarte vlek geflankeerd door een gele vlek en twee zwarte stippen. De vleugelbasis van de achtervleugel is zwartbruin. Bij de voorrand van de vleugel loopt het oranje over in geel. Langs de vleugelranden loopt een rand met aan de binnenkant opvallende blauwe maanvormige vlekjes die zwart omrand zijn. De franje is geblokt. Zowel de voorvleugel als de achtervleugel heeft een meestal onopvallend uitstulpinkje. Meteen na deze kleurrijke waarschuwing sluiten de vleugels zich weer. Dit was helaas eenmalig dan maar een foto met gesloten vleugels.

De onderzijde van de achtervleugel is donkerbruin met een wittige soms licht oranje band. Op de voorvleugel zijn de vlekken langs de voorrand te herkennen en is de kleur ook wittig of soms licht oranje met donkerbruin. De Kleine vos vliegt in twee jaarlijkse generaties, die elkaar in vliegtijd overlappen. De eerste generatie verschijnt vanaf eind juni en kunnen 25 tot 60 dagen oud worden. De tweede generatie volgt vanaf begin augustus, die kunnen 280 dagen tot een jaar oud worden. De vlinders van de tweede generatie eten zich in de eerste dagen van hun bestaan vol, teneinde voedselreserve op te bouwen voor de winter. Daarna zoeken zij een schuilplaats en gaan in een soort winterslaap (diapauze) om te overwinteren. Ze trekken allerlei stoffen terug uit hun lijf en maken zich klaar om flinke vorst te kunnen doorstaan. Dat proces kost veel energie, maar het zorgt er wel voor dat ze gezond de winter door komen. Zij doen dat vaak op koele beschutte plekken en zijn dan ook vaak te vinden in schuurtjes. Pas na de overwintering gaan zij zich voortplanten. Bij overwintering zijn de vlinders bestand tegen vorst tot zeker -20 graden Celsius. Binnenshuis
worden zij echter vaak eerder actief door de warmte en kunnen ze de winter, ook
bij gebrek aan nectarplanten, niet overleven. Normaal hebben we elk jaar wel
een Kleine vos in huis die ergens op een koude slaapkamer overwinterd. Als de
Kleine vos actief wordt omdat de buitentemperatuur aangenaam wordt, zetten we
het raam open en vliegen ze vrolijk naar buiten de lente tegemoet. Maar deze Vos
is nu een kleine sta-in-de-weg voor de "vooruitgang". Voorzichtig snoei ik de tak met vlinder eraf en breng hem naar de zijtuin. Ik hou er normaal niet zo van om alles in hokjes te zetten maar van een trouwe lezer uit Ede had ik in de herfst een speciaal insectenkastje gekregen. Dus dan gaan we die ook maar gebruiken voor dit soort noodgevallen. Bij het openen werd ik aangenaam verrast en is nog een Kleine vos aanwezig dus die kunnen in deze wachtkamer elkaar  gezelschap houden voor het naderende voorjaar!