De witte ooievaar (Ciconia ciconia) was rond 1910 een bekende verschijning, met
landelijk tenminste 500 broedparen in Nederland. Na een decennia lange afname,
vooral een gevolg van intensiever agrarisch grondgebruik, waren er rond 1990
maar 10 paren over. Het fokken, uitzetten en bijvoederen van ooievaars, begonnen
in 1969 en wierp na een lange aanloop vruchten af. Na 1990 herstelde de populatie zich weer en
groeide zelfs tot meer dan 800 broedparen. De betrokken vogels, merendeels
afstammelingen van het fokproject, vertonen in toenemende mate weer 'wild'
gedrag. Zo trekt het merendeel van de jonge vogels weg. De verspreiding, lange
tijd sterk geconcentreerd rond de voormalige fokcentra, wordt geleidelijk
ruimer. Zelfs in Oost- en Zuid-Nederland broeden tegenwoordig enkele ooievaars.
Ook over de grens in Duitsland is eenzelfde ontwikkeling gaande als in
Nederland.
Vorig jaar heb ik tijdens een doorreis bij het Friese dorp Nordbergum
(groot rood bolletje) een ooievaarsnest gezien.
Op zich niks
"bijzonders" maar de locatie is voor Nederlandse begrippen toch wel
speciaal. Witte ooievaars hebben hier hun nest gebouwd op een
hoogspanningsmast.
Terwijl ik kijk was het behoorlijk druk op het fietspad.
Regelmatig stoppen fietsers met of zonder kroost om even een blik naar boven te
werpen naar de bewoners. Zelf wandelaars of een fotograaf met een telelens bezorgt
bij de zwart witte bewoners met rode snavel geen argwaan en blijven gewoon
doorgaan met hun dagelijkse bezigheden op hun nest. Het is ook niet voor niets
dat ze deze hoge locatie uit hebben gezocht.
Van hieruit kunnen ze het vlakke Groningse landschap, boven de
boomtoppen uit, goed over zien. Het is elke keer weer een prachtig gezicht om te
zien hoe de natuur toch steeds weer gebruik weet te maken van het veranderende landschap.
Ja, uiteraard kunnen deze hoogspanningsmasten
met hun kabels voor deze vogels met een
spanwijdte van maximaal 220 cm en hun grote takkenbosnesten levensgevaarlijk
zijn. In Portugal weten ze daar alles van! In mei 2000 kwam een nest in aanraking met deze kabels. De nationale
hoogspanningsnetwerk beleefde hierdoor de grootste "black-out" van de laatste twee decennia. Lissabon en de gehele zuidelijke helft van
Portugal was in het donker gehuld. Je
kunt als maatschappij natuurlijk de ooievaars de oorlog verklaren en om het probleem
op te lossen door alle nesten te verwijderen. Maar dat is vechten tegen de bierkaai
want de witte ooievaar populatie is in
Portugal nog steeds groeiende. De Portugese
Vogelbescherming (SPEA) meldde in 2005 dat
het aantal broedende ooievaars in Portugal zich in de laatste 2 decennia heeft
vervijfvoudigd. De organisatie gaf aan
dat in 2004 minstens 7685 nesten waren geteld, 5 keer meer dan er tijdens een onderzoek in
1984 waren geteld. De ooievaarpopulatie in Portugal is inmiddels gelijk aan het
niveau van de eerste helft van de vorige eeuw, vóór de periode dat het aantal dramatisch
afnam als gevolg van het gebruik van pesticiden en de afname van hun habitat
door het droogleggen van wetlands.
Het aantal broedgevallen in hoogspanningsmasten kon dus niet uitblijven. In 2009
werden 1610 nesten geteld. In 2012 waren er 1837 nesten geteld en een paar jaar later is dat aantal naar 2355
gestegen op hoogspanningsmasten. Daarom hebben de Portugese elektriciteitsbedrijven
een wijs besluit genomen om niet tegen de natuur te vechten maar om met de
natuur mee te werken. Daar waar de
ooievaars vanuit veiligheidoverwegingen mogen
broeden worden platforms geïnstalleerd
in de hoogspanningsmasten. Tegelijkertijd worden er op de ongewenste plekken grote ventilatoren geplaatst waar de
ooievaars niet mogen broeden. Met een
opwaartse thermiek zwevend over het internet kwam ik dit zeer interessant Portugees filmpje tegen die niets aan de duidelijkheid
over laat hoe men dit aanpakt. Na een diep
dal worden steeds meer witte ooievaars
in Nederland gezien en nemen de broedgevallen nemen steeds meer toe. Ook in het Midden-Limburgse Roerdal worden ook steeds
meer ooievaars gezien. Mijn hart slaat
steeds weer over als ik hier eentje of meerdere in het Roerdal zie. Helaas ontbreekt er nog steeds
broedgelegenheid in het Roerdal.
Je kunt
natuurlijk de traditionele ooievaarsnesten plaatsen zoals dit eenzame exemplaar
(oranje bolletje) bij Vlodrop.
Maar in Roerdal
staan ook een aantal geschikte grote hoogspanningsmasten (rode bolletjes) en een betere
combinatie kun je niet bedenken. Het
aantal ooievaars dat op de Nederlandse hoogspanningsmasten
nesten maken om te gaan broeden is nog beperkt. Maar die paar broedgevallen laten zien dat ze
het er wel naar hun zin hebben en ik verwacht dat er nog meer zullen volgen. Waarom
wachten op technische problemen? En waarom zou je de Portugese oplossing niet ook gewoon in Nederland gaan toepassen? De hoogspanningsmasten staan er nu toch eenmaal
en maak daar dan ook zinvol gebruik van.
Wat zou het een klein geluk zijn om deze hoogspanningsmasten in het Roerdal, al
is het maar als proef, ook te voorzien van broedplatforms voor de ooievaars.
veel belangrijker. En welke Nederlandse energie
netbeheerder durft deze uitdaging aan om eens zijn nek uit te steken voor onze ooievaars? Het voorbeeld in Portugal
laat overduidelijk zien hoe je ooievaars kunt helpen aan broedgelegenheid en tegelijkertijd
de stroomvoorziening voor de toekomst op
een verantwoorde groene manier kunt garanderen.