Eenmaal weer thuis krijg ik een berichtje van een trouwe
lezeres van de blog. Ze heeft al vaker een dode das (Meles meles) gemeld en ik
ben ondanks het nare bericht er toch altijd dankbaar voor! Truus bedankt daarvoor. Hoe meer ogen en
oren in het veld hoe meer de dassenpopulatie, in de Gemeente Roerdalen, daar
van profiteert. Eenmaal op de locatie van de aanrijding werd het mij duidelijk
dat de das hier al langer heeft gelegen.
Na een beetje speurwerk kon ik een
beetje achterhalen wat hier gebeurd is. Gestold bloed vermengd met typische
dassenharen op het asfalt van de Linnerweg
geeft de aanrijdingplek aan. Daarna is de das strompelend in de berm
terecht gekomen of door iemand neergelegd. Daar heeft de ontbinding plaats
gevonden. De plek in de berm wordt gemarkeerd door dassenhaar en door het
lijkvocht afgestorven gras is de grond bruin
gekleurd. Tussen de dode sprieten zijn gaatjes te zien. Deze zijn afkomstig van
doodgravers (Nicrophorus vespilloides).
De kevers zijn eigenlijk rovers en eten
als volwassen dier vooral van de vliegenmaden op aas. Het is een bijzondere
kever omdat ze een voor insecten uitzonderlijke vorm van broedzorg kennen. Voor
de voortplanting wordt het aas zelf gebruikt, dat de kevers ook wel kunnen
eten. Bij het vinden van een klein kadaver wordt de bodem beoordeeld en het
lijkje zo nodig wat verplaatst, waarna het wordt ingegraven door de aarde
eronder weg te duwen. Komt er een tweede kever op de lucht af, wordt er
samengewerkt als het er een van het tegengestelde geslacht is; anders wordt er
gevochten, en ook als het een andere soort betreft. Als het kadaver onder de
grond is wordt er pas gepaard. Hierna wordt een kuiltje in het aas geknaagd
waar verteringssappen in worden opgegeven. Eitjes worden in een gang afgezet
die van de aasbal wegloopt. Het vrouwtje blijft bij de eitjes tot ze uitkomen
en lokt de jongen door te sjirpen als dit na een dag of 5 is gebeurd. De
larfjes worden door de moeder gevoerd. Ze verpoppen zich na 7 dagen al. Maar
bij een groot kadaver zoals deze das is het voor de kevers een beetje lastig om
deze in te graven. Ook zie ik nog op deze kever mijten (Poecilochirus carabi).
Die liften met zijn gastheer vaak mee van kadaver naar kadaver.
Waarom de iets
ingedroogde das weer op weg ligt is gis werk. Misschien een vos die nog een hapje
van de te taaie das heeft genomen? Hoe dan ook om er voor te zorgen dat de das
goed in de kringloop terecht komt en nog dienst kan doen voor andere aaseters
raap ik de das op. Terwijl ik op deze stralende dag de das in het bosje legde werd
ik even in de tijd terug geslingerd. Het is namelijk dertig jaar geleden dat ik
hier zelf ook een das had gevonden. Fietsend vanuit het dorp Linne op een regenachtige
avond zag ik een volwassen dier in de berm liggen. In het licht van de
voorbijrazende autokoplampen kon ik zien dat het een vrouwtje was. Wat was dat
een duistere nacht met steeds meer donkere wolken die voor de halve maan
schoven. Onder bliksemgedonder heb ik haar achter het witte kapelletje in het
kleine bosje gelegd. Het was een echte weergodennacht. Nu dertig jaar later had
ik nog getwijfeld of ik deze waarneming zou meenemen bij het maken van de gemeentelijke
dasknelpuntenkaart. Het was tenslotte al zo lang geleden en er is daar nooit
meer, bij mijn weten, op deze plek een das doodgereden. Uiteindelijk besloot ik
vanwege een onderbuikgevoel toch om ook deze oude "opoffering" als
knelpunt op de kaart te zetten. Dit verkeersslachtoffer is dan ook het
"levende" bewijs dat de dasknelpuntenkaart niet uit de lucht is
gegrepen.
Ook "historische" verkeersslachtofferwaarnemingen blijken
belangrijk te zijn om alles goed in beeld te krijgen. De grote zwarte pijl op een
detailkaartje van de dasknelpuntenkaart geeft het recente verkeersslachtoffer
aan op deze oude bekende oversteekplaats. Deze tot voor kort
"onzichtbare" dassenroute ligt precies tussen twee bewoonde
dassenburchten in. Gezien de ontwikkeling van de dassenpopulatie zal het hier
niet bij deze ene verkeersslachtoffer blijven. Ook zijn er dit jaar in de buurt
verschillende verkeersslachtoffers gevallen (zie kleine zwarte pijltjes). Zo ook bij de bekende knelpunten op de Grote
Bergerweg (zie verhaal onder categorie zoogdieren: Happy badger day). Hier zijn
dit jaar alweer drie dassen doodgereden. Tijd voor actie lijkt mij. Deze wegen
kan de gemeente Roerdalen helaas niet afsluiten voor verkeer dus zal de oplossing gezocht moeten worden in de vorm van faunapassages en
dassenrasters. Wederom zal ik de Gemeente Roerdalen mijn bevindingen kenbaar
maken en dan is het een kwestie van gemeentelijke genade!