Het is altijd feest als de Clematis recta in de tuin bloeit. Deze vaste plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) is binnen de klimmende en wurgende Bosranken een echt buitenbeentje. Het is namelijk geen klimmer. Laat in de herfst sterft de bovengrondse plant af en in het voorjaar komt ze vanuit een stevige pol weer boven de grond uit! Met haar holle stengels tot 150 cm. Vanwege zijn verleerde klimkunsten heeft een goede handige kennis van ons een mooie stalen plantensteun gemaakt zodat de plant toch recht boven de border uitsteekt. Het blad is veerdelig, de blaadjes tot 9 cm lang. De enkele bloem is 1-4 cm groot. Maar als de plant in juni-juli met de grote hoeveelheid bloemetjes bij elkaar bloeit is het een sieraad voor de tuin. In de handel is ook de cultivar "purpurea" Het blad heeft een paarse kleur en de diepte van de kleur varieert met het seizoen. De wilde soort recta is inheems in Europa van Frankrijk, Spanje, Zwitserland, oostelijk tot Polen, Bulgarije, Rusland en in de Kaukasus. Deze groeit in de steun van het kreupelhout op zonnige heuvels. De enigszins geurende bloemen zijn zeer aantrekkelijk voor zweefvliegen en de Penseelkever (Trichius zonatus). Vanaf eind mei tot half september is het mogelijk dat je deze bijzondere verschijning in de tuin kan aantreffen. Bij de eerste ontmoeting met dit mooie beestje in de tuin, vraagt menig tuinliefhebber zich af met wat voor vreemdsoortig insect ze hier te maken krijgen. Geel met zwart op de rug en een felle wollige beharing. Men vraagt zich dan af of het een hommel, bij, wesp, kever of mogelijks een nieuwe kruising is door de speling van de natuur. In het Engels spreekt men zelfs van de Bee beetle (bijenkever). Het is uiteraard een mooie dagactieve kever die wellicht handig gebruik maakt van de kleuren van wespen om zich te behoeden tegen mogelijke predatoren. De Penseelkever behoort tot de familie bladsprietkevers (Scarabaeidae). Tot deze familie behoren eveneens mestkevers en meikevers. Ze meten 9 tot 12 mm en hebben een sterk behaard borststuk en geeloranje dekschilden met de zwarte tekening erop. Bij de Penseelkevers zijn er twee soorten te onderscheiden: Trichius fasciatus en Trichius zonatus. Deze twee lijken heel sterk op elkaar en ook hun levenswijze is bijna gelijk, maar zijn nog uit elkaar te halen door de tekening op de dekschilden. De zwarte tekening is namelijk variabel in formaat en vorm. Bij de Trichius zonatus zie je duidelijk 3 keer 2 zwarte vlekken op de twee dekschilden en bij de Trichius fasciatus lopen die vlekken over de schilden heen naar elkaar toe waardoor de bovenste twee vlekken zelfs in elkaar overvloeien en je daar van een zwarte dwarsband kan spreken. In Nederland en België heb je het meest kans de Trichius zonatus tegen het lijf te lopen. In de Clematis zitten er soms wel op topdagen acht Penseelkevers in de witte bloemenwolk. Tussen het eten door zoeken ze een partner om te paren. Door hun soms onstuimige gedrag bevruchten ze ook meteen de plant. Daarna gaan de vrouwtjes hun eitjes leggen in dood hout van loofbomen. De larven voeden zich daarin gedurende twee jaar met vermolmd of rot hout vooral eer ze als mooie kever de wijde wereld gaan verkennen om de cyclus verder te zetten. Na de overvloedige bloei knip ik de Clematis recta weer halverwege kort in en gaat deze na een tijdje nog eens bloeien! Minder overvloedig maar genoeg om nog een paar van deze late fraaie feestbeesten te lokken!