Tijdens een kleine
herfstwandeling met de honden kwam mij een kadaverlucht tegemoet. Alleen de
honden reageerden daar totaal niet op. Normaal willen ze zich daar in rollen!
Eenmaal dichterbij zie ik dat het een paar Grote stinkzwammen (Phallus
impudicus). Het is een soort paddenstoel uit de familie van de Phallaceae. Deze
soort is een opvallende verschijning in zowel aanzien, naam als geur. Zijn
wetenschappelijke naam betekent letterlijk “onbeschaamde penis”. Op een
vierkante meter zijn alle stadiums van duivelsei tot uitgeleefde penis te zien.
De Grote stinkzwam komt met behulp van een eitand uit een vuistgrote knol die
in de volksmond met heksen- of duivelsei wordt aangeduid. Daaruit strekt zich
in enkele uren de 10–20 cm lange poreuze en holle steel. Na het oprijzen
zijn de vruchtlichamen penisvormig met bovenop een klokvormig kapje. Deze hoed
van de paddenstoel is met een groene bruine slijmerige sporenlaag (gleba)
bedekt die een zeer penetrante aasgeur verspreidt, die zelfs tegen de wind in is
te ruiken.
Deze stank trekt vooral in de zomermaanden vliegen en aaskevers aan.
Wanneer insecten zich tegoed doen aan de sporenmassa nemen ze tegelijkertijd de
sporen mee aan hun insectenpoten. Dit is een slimme verspreidingstactiek.
Wanneer de gleba is opgegeten blijft een witte tot lichtgele hoed over die een
typische honingraatstructuur draagt. Vlug daarna rot dit poreuze skelet ook
weg. In Nederland komt de Grote stinkzwam vrij algemeen voor. De Grote
stinkzwam is van mei tot november, met als piek in oktober, te vinden in loof-,
gemengde en naaldbossen, in parken en in tuinen. Het is een saprofyt soort die
op allerlei soorten bodems voorkomt. Als er maar vermolmd hout, grof strooisel
en humus aanwezig is. In vroegere tijden
was de onverklaarbare, plotselinge verschijning en de tot de verbeelding
sprekende vorm maakten de vruchtlichamen van stinkzwammen tot een roemruchte
paddenstoel. Een ei waar zo snel een paddenstoel uitgroeit daar moet de hand
van de duivel wel achter zitten was de gedachte. Het is dan ook niet vreemd dat
deze paddenstoel vroeger regelmatig op duikt in volksverhalen en bijgeloof. De
Vlaamse zanger Jan De Wilde schreef in 1972 het liedje "Een vrolijk
lentelied". Zijn bekendheid groeide
tijdens het Humorfestival van Heist. Hij werd populair dankzij zijn bizarre
podium presence en ironische en sarcastische, dan weer tedere liedjes. Vrolijke
folk-nummers als "Ma, ik kan het", "Joke" en "Een
vrolijk lentelied", werden vooral de regels "De Fallus impudicus
staat al in bloei" en "Joke, trek je witte jurkje uit" zorgden
voor veel controverse bij het meer conservatieve gedeelte van de bevolking. Ja,
ja, die onschuldige zwam laat in de
gedachte van de mens het duiveltje los!