Veel mensen vinden distels, brandnetels en zeker bramen maar vuil en lastig. Het zijn planten die meestal opduiken waar ze niet gewenst zijn. Bovendien zitten ze vol stekels en netelharen. Een veel voorkomende reactie is: "Weg ermee". Er komen meer dan vijftig soorten Rubus-soorten (Bramen) voor, met elk hun specifieke eigenschappen. Sommige soorten bloeien vroeg in het jaar, andere pas laat in de herfst en alles wat daar tussen zit leveren ze samen nectar, pollen en vruchten over het hele zomerhalfjaar. Juist daardoor zijn Bramen ecologisch zeer waardevol voor insecten. Daarnaast biedt de braamstruweel voedsel en beschutting voor tal van vogels zoals Nachtegaal, Braamsluiper, Zwartkop en Grauwe klauwier. Ook voor de gevederde wintergast de Klapekster is een solitair staande Braam nuttig om zijn voedsel op te prikken. Veel zoogdieren vinden Bramen geweldig als voedsel. De Vos eet graag rijpe bramen en Reeën eten bijna jaarrond van de bladeren. Als dekking zijn bramen ideaal voor zoogdieren. Ik weet nog heel goed toen ik mijn zoon Vincent voor het eerst Wilde zwijnen liet zien die hun leger hadden gemaakt onder een groot bramenstruweel! Zijn vreugde sprongetjes vergeet ik dan ook nooit meer toen hij ze zag! Maar ik zou de mooiste springer in het struweel bijna vergeten: De Boomkikker (Hyla arborea).
Het is een 5 cm grootte grasgroene kikker met zuignapjes aan het einde van vingers en tenen, waardoor hij goed kan klimmen. Tussen de groene rug en lichte buik bevindt zich, op de flanken, een bruin/zwarte band. Hij heeft mooie ogen met een horizontale pupil en een goed zichtbaar trommelvlies. En hij kan zijn kleur veranderen van lichtbruin tot donkergroen. Mannetjes hebben een hele grote kwaakblaas onder de kin, die alleen zichtbaar is als er gekwaakt wordt. De Boomkikker komt verspreid voor op geïsoleerde locaties in het oosten en zuiden van Nederland. Hij heeft een voorkeur voor een kleinschalig landschap, waar hij zich ophoudt in de struweelzone van bosranden, houtwallen en moerasgebieden. Vooral de zuidkant van braamstruwelen heeft de voorkeur van de Boomkikker. Voor de voortplanting dienen wateren met een goed ontwikkelde oever- en watervegetatie vlakbij te zijn. Dit zijn meestal niet te diepe poelen met een open ligging, veel zoninstraling, en vrijwel geen stroming. Eind vorige eeuw bleek in Nederland de verspreiding met 80% afgenomen en werd de Boomkikker een van de sterkst bedreigde amfibieën. De soort is daarom opgenomen in de Rode lijst in de categorie: "bedreigd". De Boomkikker is net als alle amfibieën beschermd volgens de Flora en Faunawet. Ook heeft de Boomkikker een hoge beschermingsstatus in zowel de Conventie van Bern als in de Europese Habitatrichtlijn. Op papier is het allemaal goed geregeld maar in de praktijk blijkt het Boomkikkervriendelijk beheer voor sommige natuurbeherende instanties toch wel heel moeilijk te zijn! Braamstruwelen waar Boomkikkers zonnen die "per ongeluk" in de zomer gemaaid of geklepeld worden. Soms wordt er maaisel op de bramen gegooid en in brand gestoken. Hooilanden maaien, terwijl het insectenaanbod door de bloemen op zijn hoogst is, met als excuus: "Dat het voor de aannemer beter uitkwam". Ook het achterstallig poelenbeheer laat vaak te wensen over. "Ongelukkige" tijdstippen om de vijver leeg te laten lopen en/of juist vol te laten lopen. Dat zijn slechts enkele praktijkvoorbeelden die ik zelf heb meegemaakt. Om gek van te worden zeker omdat het om een zeer zeldzame bedreigde diersoort gaat. In zo'n gebied moet je als de verantwoordelijke beheerder vooral niet stuntelen met het beheer maar juist zo veel mogelijk afstemmen op zo'n dier. Maar gaat het tegenwoordig weer ietsjes beter met de Boomkikker? Voordat er herintroductie heeft plaatsgevonden is er met veel inzet sommige voormalige Boomkikker-leefgebieden weer geschikt gemaakt. Of dit laatste redmiddel werkt zal de toekomst uitwijzen. De eerste resultaten zijn iedergeval bemoedigend. Een goedkope en eenvoudig uit te voeren natuurbeheerstip is, als er een jonge braam zich vestigt in je weiland leg er dan een boompje eroverheen. Zo wordt de Braam een beetje beschermd tegen de grazers en kan de plant er goed doorheen groeien en ontstaat er uiteindelijk een (boomkikker)braamstruweel die zo belangrijk is voor de biodiversiteit. De soms veel te strak gemaaide/begraasde weilanden die in bestaande natuurgebieden liggen kunnen wel een Braam opkikker gebruiken!