Tijdens een korte wandeling in een zacht glooiend Duitsland
wordt het nog kale agrarisch landschap opgesierd met de grote vrolijk gele
percelen.
Eenmaal
dichtbij blijkt het Koolzaad (Brassica napus) te zijn. Het is een plant uit de kruisbloemenfamilie
(Brassicaceae). Van oorsprong komt de plant in het wild voor rond de
Middellandse Zee. Koolzaad wordt al eeuwen verbouwd voor de olie. Het zaait zich gemakkelijk uit en is niet
veeleisend voor de grond. Daarom vindt
ze ook vaak bloeiend in de bermen van onze wegen die afkomstig zijn van geknoeid zaad tijdens transport. In de
maanden april en mei zijn de fel gele velden van verre zichtbaar en zijn een
lust voor het oog.
Een hectare winterkoolzaad brengt ongeveer 4500 kilo
zaad op en zomerkoolzaad een derde minder. Het koolzaad bevat 40 tot 45% olie. De
grootste koolzaadproducenten zijn: India (7,3 miljoen ha), China (7,2 miljoen
ha) en Canada (5,5 miljoen ha), tezamen goed voor bijna driekwart van de
wereldproductie in 2005. De productie in de Europese Unie was anno 2007 6,7
miljoen ha, een stijging van 2 miljoen hectare in twee jaar, en de productie in
2005 lag zo'n 2,6 miljoen hoger dan die 20 jaar eerder. De grootste producenten
binnen de EU zijn Frankrijk, Duitsland, Polen en het Verenigd Koninkrijk. De
productie in België besloeg in 2007 ruim 10.000 ha. In Nederland werd op dat
moment 4000 ha koolzaad verbouwd. In Nederland werd het gewas met name in de
provincie Groningen en de Flevopolder enkele decennia geleden relatief veel geteeld.
In de Flevopolder was het zeer geschikt om de bodem bewerkbaar te maken voor
verdere landbouw na de inpoldering.
In het
midden van de twintigste eeuw werd maar liefst 30.000 hectare bebouwd. Toen
petroleum de prijs deed dalen liep de verbouw terug tot 6000 hectare omstreeks
1985. In Nederland wordt overwegend winterkoolzaad verbouwd. Winterkoolzaad
wordt gezaaid van half augustus tot begin september en geoogst van begin juli
tot en met de derde week van juli. Zomerkoolzaad wordt van maart tot 10 april
gezaaid en geoogst van half augustus tot eind augustus. Zomerkoolzaad heeft een
kort groeiseizoen en brengt daardoor minder op. Het koolzaad wordt in juli
geoogst. De gemiddelde winterkoolzaadopbrengst per hectare ligt in Nederland
tussen de 4000 en 5000 kilo. In 2003 besloeg het areaal in de provincie
Groningen zo'n 600 ha. In 2004 is dit gegroeid naar 1200 ha. Het gewas lijkt
dus met een terugkeer bezig. Dit heeft voornamelijk te maken met een groeiende
interesse in koolzaadolie. Verreweg het merendeel van de velden ligt in het
Oldambt (Oost-Groningen) met enkele percelen in Noord-Groningen. Uit cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor
de Statistiek) blijkt dat in 2010 ruim 2600 hectare met koolzaad is geteeld,
waarvan 548 hectare in Oost-Nederland.
Koolzaad is een mooi agrarisch product. Niet alleen voor het
oog, maar zeker ook als leverancier van hoogwaardige olie: van 1 hectare
koolzaad levert ruim 1600 liter olie. Uit het zaad wordt koolzaadolie
getrokken die vele toepassingen heeft. Van koolzaadolie kan biodiesel
gemaakt worden. Zowel in pure vorm of vermengd met dieselolie
in (aangepaste) dieselmotoren gebruikt worden. In Europa wordt de olie
voor het grootste deel gebruikt als grondstof voor margarine. Maar is in de keuken
ook zeer geschikt om te gebruiken als bakolie en als spijsolie. De vezels die na persing overblijven zijn
rijk aan onverzadigde vetzuren, eiwitten, vitaminen en mineralen. Dit
restproduct zijn en
paardenstallen. Koolzaadstro neemt snel vocht en veel ammoniak op. Naast de
goede werking van deze strosoort blijkt dat de koeien ook het liefst in een bed
van koolzaadstro liggen. De Animal Sciences Group onderzocht verschillende
strooiseltypen waarbij de veestapel zelfstandig een keuze had uit verschillende
soorten ligbedden. De ligbedden met
koolzaadstro waren altijd bezet. Koeien weten wel wat lekker is! Het bloemrijke
koolzaad vormt voor bijen een aantrekkelijke aanvlieghaven. De planten brengen
veel nectar en stuifmeel voort waar de bijen graag gebruik van maken. Door de
bijenkasten te plaatsen nadat de eerste bloemen opengaan, raken de insecten
gewend aan het koolzaad waardoor ze de rest van het seizoen dit gewas blijven
bezoeken. De samenwerking tussen de imker en de koolzaadteler levert niet
alleen lekkere volle potten honing op. De teler kan eveneens een hogere
opbrengst van het koolzaad verwachten. Oostenrijks onderzoek heeft aangetoond
dat de opbrengsten tot 30 procent kunnen toenemen door de betere bestuiving van
het gewas door de honingbijen.Tijdens mijn kleine wandeling tussen het geel zie
ik naast Honingbijen, Aardhommels,
Oranjetipjes, Dagpauwoog,
Landkaartje, Bont zandoogje, Groot- en Klein koolwitje snoepen van de bloemen. Zelf
snoep ik ook van de eetbare zoete koolbloemen. Recent doet zich in het noorden
van ons land zich een mooie ontwikkeling plaats in de Koolzaadvelden. Naast de
bekende zeldzame Bruine- en Grauwe kiekendieven, Kneutjes, Fazanten en in
sommige jaren Roodborsttapuiten dient zich een andere verrassende zeldzame
vogel aan in de oliehoudende koolzaadgewas: de Blauwborst. Door onderzoek is
gebleken dat de Blauwborst zo’n beetje de talrijkste broedvogel is geworden in
dit ondoordringbare gewas. Het aantal broedparen in koolzaad schatten ze op
gemiddeld 1 broedpaar per hectare. Sinds 2009 wordt er gemiddeld duizend
hectare koolzaad in Groningen verbouwd. Koolzaad wordt normaliter rond half
juli geoogst, de Blauwborst heeft daardoor genoeg tijd om de jongen uit te zien
vliegen. Alles bij elkaar opgeteld is Koolzaad een prachtig landbouwgewas en
geeft in allerlei opzichten een meerwaarde aan het agrarische landschap. Wellicht
een mooie landbouw- en bijentip om in plaats van Maïs, meer Koolzaadvelden in Midden-Limburg te zaaien
dan hoef je niet naar het noorden te reizen om je te vergapen aan het blauw in
het geel.