Bizonder rund.

0
1065


De eerste wisentachtige dieren verschenen 2 á 3 miljoen
jaren geleden in Zuid en Oost-Azië. Zijn opvolgers koloniseerden onder meer
Noord-Amerika, waar de Amerikaanse bizon (Bison bison) evolueerde. Een andere
tak koloniseerde Europa en evolueerde tot steppewisent, die samen met mammoeten
en wolharige neushoorns tijdens de ijstijden Europa bevolkten. Na de
laatste ijstijd verdwenen steppewisent, mammoet en wolharige neushoorn definitief.
Uit een naaste verwant evolueerde de huidige wisent. Deze wordt ook wel de
Europese bizon (Bison bonasus) genoemd en is een evenhoevige uit de familie der
holhoornigen.

Met het opwarmen van het klimaat koloniseerde deze grote delen
van Europa:  van Zuid-Engeland tot diep
in Rusland en van de Pyreneeën, Noord-Italië en de Balkan tot Zuid-Zweden. Ook
op de bodem van het Nederlandse deel van de Noordzee zijn wisentbotten gevonden
die stammen uit de overgangsperiode van de laatste ijstijd naar het Holoceen, het
huidige geologische tijdperk. Tot het jaar 400 was deze verspreiding nog bijna
onaangetast, maar daarna ging het helaas bergafwaarts. Net als andere
grote zoogdieren, zoals oeros en tarpan (wild paard), verdwenen wisenten uit
steeds meer gebieden in Europa. Jacht, stroperij, ontginning van leefgebied en
concurrentie door huisvee waren de belangrijkste oorzaken en hun afname hield
gelijke tred met de toename van de menselijke bevolking. In Engeland verdween
de soort in de twaalfde eeuw, in Zuid-Zweden in de elfde eeuw en in Frankrijk
en Duitsland in de veertiende eeuw. Ook in de Ardennen overleefden wisenten tot
in de veertiende eeuw, waarna ze ook daar verdwenen. Alleen in het oosten hield
de soort nog stand in de laatste onontgonnen gebieden en adellijke jachtreservaten.
De wisent wordt onderverdeeld in twee ondersoorten: de laaglandwisent (Bison
bonasus bonasus) en de kaukasische wisent (Bison bonasus caucasicus). De
laatstgenoemde is als zodanig helaas al door menselijke toedoen in 1927 in
de Kaukasus uitgestorven. De wisent is één van de grootste zoogdieren die in
Europa voorkomt. De wisentstier kan een kop-romplengte van 300 cm bereiken en
de koe een kop-romplengte van 270 cm. Mannetjes van zes jaar en ouder kunnen
een schouderhoogte van maximaal 188 cm bereiken.

Een vrouwtje bereikt een
maximale schouderhoogte van 167 cm. Kalveren zijn klein en licht en wegen bij
de geboorte 15-35 kg. Het gewicht van wisenten ligt tussen de 436 en 840 kg bij
mannetjes en tussen de 340 en 540 kg bij de vrouwtjes Het is een stevig dier
met een korte, brede kop en een hoge rug. De romp is relatief kort en is bedekt
met ruwe, donkere manen, waardoor het lijkt alsof dit gedeelte van het lichaam
het zwaarst is. Vooral bij de stier is dit het geval. De achterkant van het
lichaam is slechts met korte haren bedekt. De vacht is roodbruin van kleur,
maar variatie in kleurnuances zijn mogelijk. Zowel de stier als de koe draagt
korte, naar binnen en omhoog gekroonde horens.  Kleine stompjes zijn al te zien bij de
kalveren.

Aan het eind van de 15e eeuw
was de wisent door de jacht en de territoriumdrift van de mens al zo zeldzaam
geworden, dat er maatregelen genomen moesten worden in de vorm van
jachtrestricties. Dit vertraagde weliswaar het uitstervingsproces, totdat de
soort aan het begin van de 20e eeuw echt op de rand van uitsterven balanceerde.
De laatste wilde exemplaren stierven in 1919 in het woud van Bialowieza
(Polen). In 1921 werd de destijds laatste wilde wisent, het grootste Europese
landdier, doodgeschoten in het Poolse wildpark Bialowieza. Aan het begin van de
vorige eeuw was er, van de eens zo wijdverbreide verspreiding van de wisent in
Europa niks meer over. Er waren nog rond de 50 wisenten over, die alleen nog verspreid
in een paar dierentuinen leefden. Artis-directeur Armand Sunier (1927-1953)
startte in 1931 als een van de eerste dierentuindirecteuren ter wereld een
fokprogramma om te voorkomen dat de wisent zou uitsterven. Eenvoudig was het
niet: uit deze laatste exemplaren die nog in Europese wildparken leefden,
moesten genetisch gezonde en niet-verwante dieren worden uitgekozen. Artis had toen één stier, Schaljapin. In 1931 kocht Sunier een wisentkoe
Beatrice van de dierentuin in Berlijn. In een artikel uit 1955 schrijft Sunier:
'Reeds den 12den Juli 1932 schonk Beatrice ons een fraai koekalf, dochter van
Schaljapin, dat Artisina gedoopt werd.' Natura Artis Magistra boekte de beste
fokresultaten en speelde een essentiële rol bij het behoud van de wisent. Samen
met een handjevol andere dierentuinen begon Artis vanuit het internationale
fokprogramma de gefokte wisenten uit te zetten in het wild.

De laatste
wisentkoe Kreole schonk in 2007 voor de laatste keer een wisentkalfje aan Artis.  Ze kreeg er tien in totaal. Maar Kreole was
oud en ze leed aan uitgezaaide kanker. 's Ochtends vroeg op 25 augustus 2015 werd
de laatste wisent met een genadige 23-jarige leeftijd geëuthanaseerd. Kreole's
dood luidt het eind in van een tijdperk. Bijna honderd jaar lang werkte Artis
mee aan een internationaal fokprogramma voor wisenten die in het wild zijn
uitgezet. En nu is het afgelopen met de wisenten in Artis. De ruimte van Artis
in de grote stad Amsterdam is beperkt en wisenten zijn enorme dieren. Het is
van Artis dan ook een verstandige keuze en het is toch ook mooi dat ze voor de
wisentproject niet meer nodig zijn!  Overal
in Europa worden ze inmiddels gefokt en het gaat goed met de wilde populatie.  Anno 2015 is de Europese wisentenpopulatie
gegroeid tot zo'n circa 5000 dieren verspreid over natuurgebieden,
wildreservaten, fokcentra en dierentuinen. Hiervan leven nog geen 3500
wisenten onder (semi-) wilde omstandigheden. Sinds 1952 zijn er wisenten
uitgezet in het Poolse deel van het oerbos van Bialowieza. Het was de eerste
plek ter wereld waar na het uitsterven van de soort in het wild in 1919,
wisenten opnieuw in vrijheid konden leven.

Ook in ander landen zoals in Bulgarije,
Rusland, Letland, Spanje, Duitsland, Slowakije, Oekraïne, Denemarken op het eiland Bornholm. In Roemenië  werden in 2012 vijf wisenten vrijgelaten in het natuurpark. Het ging om de
eerste wilde wisenten in Roemenië sinds hun uitroeiing in 1852. Ook de terugkeer van de Wisent in
Nederland neemt steeds betere vormen aan. In het uitgestrekte bos- en
duingebied tussen IJmuiden, Haarlem en Zandvoort ligt het 3800 hectare grote
Nationaal Park Zuid-Kennemerland. In het toch al afgesloten duingebied  van het PWN (drinkwaterbedrijf en de beheerder
van de Noord-Hollandse duinen)  van zo'n
220 hectare is men in 2007 gestart met een begrazingsproef met wisenten. Die
kunnen het dichtgegroeide en vergraste duinlandschap weer 'open' maken,
waardoor er weer verstuiving mogelijk wordt. Zelf ben ik ook eens een kijkje
gaan nemen. Vaak zien mensen de wisent als de "koning van het bos". In het Oostblok overleeft hij opgesloten in het bos, en intensief
bijgevoerd. Maar op basis van de ervaringen in het Kraansvlak concludeert men
dat als de wisent kan kiezen komt hij juist heel graag uit het bos. Daar is de
kudde het liefst in open gebied met struiken en dat is in de duinen volop
aanwezig. In de Poolse situatie is de wisent dus een vluchteling geweest die
zich diep in de bossen moest verschuilen om te overleven. Hierdoor is het
menselijke beeld van de wisent behoorlijk aangepast. De wisent blijkt ook een
echte graseter. Tachtig procent van zijn voedsel bestaat uit gras, twintig
procent uit houtachtig materiaal als bast en twijgen. In de afgelopen jaren is
het wisenten gebied al vergroot van 220 hectare naar in totaal 320 hectare. Met
de komst van drie ecoducten over een paar drukke verkeerswegen ontstaat er de
komende jaren in de breedste duinen van Nederland een aaneengesloten wisentgebied
van zo'n 800 hectare. Dan zou de kudde wisenten kunnen uitgroeien tot meer dan
300 exemplaren.

De conclusie van deze Nederlandse ervaringen zijn belangrijk
voor de toekomst. Hierdoor is de wisent veel breder inzetbaar voor natuurbeheer
dan men in het begin kon vermoeden. Ook elders in het land zijn er concrete
plannen om wisenten in te zetten voor natuurbeheer. Elke keer als ik in de
Flevopolder kom kan ik het niet laten om ook even een bezoek te brengen aan de
wisenten in het Natuurpark Lelystad. Maar volgend jaar hoef ik niet meer zo ver
te reizen om wisenten  te zien. Ze komen
steeds dichter bij huis. In 2016 is het Gelderse Kootwijkerzand (Veluwe) aan de
beurt. Nog dichterbij huis worden in de Brabantse Maashorst  wisenten ingezet voor natuurbeheer. Naar
verwachting  komt er een kudde van 13
exemplaren in maart naar de Maashorst. Aan deze introductie is de nodige
discussie vooraf gegaan. Besloten is tot een stapsgewijze introductie vanuit
een afgesloten deel. Dit zogenoemde 'wengebied' wordt vanaf februari voor een
jaar gesloten voor recreanten. De aanwezige Schotse hooglanders hebben al het
veld geruimd voor de wisenten. Op de goede afloop drink ik alvast een
borreltje zubrówka.

Dit drankje heb ik leren kennen bij een
kampvuur in het Poolse oerbos van Bialowieza. Dit is een gearomatiseerde
graanwodka uit rogge, met 40% alcohol.  Aan het destillaat met een zeer hoog
percentage alcohol, wordt een tinctuur toegevoegd van de plant veenreukgras
(Hierochloe odorata). Dit geeft de wodka een specifieke smaak en gelige kleur.
Deze grasplant wordt in het Pools ook zubrówka genoemd, naar zubr (wisent). Wisenten
eten graag van deze grassoort. In iedere fles zubrówka zit een spriet van dit gras.
Zubrówka wordt sinds de 17de eeuw geproduceerd en was in de 18de eeuw een van
de populairste drankjes van de Poolse adel. Dat er meer gebieden komen voor
wisenten in Nederland is niet alleen nodig voor natuurbeheer. Maar ook als
onder de kunstmatige condities geconcentreerd in de bossen van Oost-Europa een
dierziekte uitbreekt is het gedaan met de wisent. Het is dus een goede
maatregel als risico spreiding voor het behoud van de gehele Europese wisentenpopulatie.
Zo hou je altijd genoeg dieren achter de hand voor als het ergens in Europa
weer mis gaat. Persoonlijk zou ik het zelf heel mooi en wenselijk vinden als er
wisenten in een aantal natuurgebieden in
Limburg komen. Ik denk bijvoorbeeld aan de Grensmaas, Nationaal park de
Meinweg, Nationaal park de Maasduinen of het grensoverschrijdende Kempen-Broek.
In deze gebieden kunnen de grazende huis-, tuin- en keuken koeien langzaam vervangen
worden door wisenten. Nee mensen, ik heb dan niet te diep in het glaasje
gekeken. Maar wees eerlijk een vol glas is lekkerder dan een half glas en dat
geldt ook voor een begraasd natuurgebied met wisenten. Zo kunnen wij als mensen een beetje van onze gigantische natuurschuld aflossen aan deze bijzondere Europese runderen.