De Tamme kastanje (Castanea sativa) is inheems in Zuid-Europa, Noord-Afrika en West-Azië. Daar groeit hij in mediterrane eikenbossen in gebieden met warme zomers en zachte winters. Men verondersteld dat vooral de Romeinen de Tamme kastanje naar Noord-Europa gebracht hebben. Het is waarschijnlijk dat ook de Kelten deze lekkere vruchten weer hebben meegenomen en voor de verdere verspreiding hebben gezorgd. In middeleeuwse kloostertuinen werd hij ook vaak aangeplant. Bij ons vind je Tamme kastanjebomen in het bos, in parken en langs oude oprijlanen. In vroegere tijden noemde men de vruchten 'aardappel van de armen'. Wanneer graanoogsten mislukten, beschermde de Tamme kastanje het volk tegen de honger en kou. De zaden zijn inderdaad zeer voedzaam: zetmeel, proteïne, suiker en vitamines Bi, B2. Ze bevatten weinig vet en eiwit en veel meer koolhydraten dan (wal)noten.Tijdens overvloedige jaren ging men ook hoedend met de varkens naar de bossen. Jammer dat dit soort tradities in de vergetelheid raken. Het kost relatief weinig moeite om de juiste hoeveelheid kastanjes te rapen en om er zelf kastanjepuree van te maken: Was de kastanjes en kruis de schil diep in aan beide kanten van de kastanje. Kook de kastanjes in een snufje zout ongeveer 10 minuten. Giet ze af bewaar het kookvocht. En pel zo snel mogelijk de schil eraf. Dit gaat het gemakkelijkst als de kastanjes nog warm zijn. Zorg dat alle schilletjes en velletjes eraf zijn. Kook de kastanjes voor de tweede keer op een groentestomer in het bewaarde kookvocht. En bewaar weer het kookvocht. Pureer de kastanjes en voeg naar smaak en smeuïgheid zout, peper, melk (room), boter en een beetje kookvocht. Ja, het is een echt (aan)stekelig basisgerecht. Heerlijk voor bij en/of in allerlei gerechten te verwerken. Zo kun je nog meer van de herfst genieten.