Op ‘gevaar af’ dat Wim Klever wel weer zal vinden dat ik onaardig op zijn tweets reageer en teveel op slakken zout leg, veroorloof ik me toch weer enige kanttekeningen. Niet omdat ik teveel zout heb, maar omdat daar in mijn ogen serieuze aanleiding voor is. Als het om Spinoza gaat, dienen de beweringen juist te zijn of toch zo precies mogelijk.
Vooraf wil ik echter duidelijk stellen dat ik blij ben dat Klever mij met zijn Spinoza-tweets uit de PPC, Renati Des Cartes principiorum philosophiae & Cogitata metaphysica, die te weinig wordt bestudeerd en besproken, aanzet tot het lezen ervan.
De Ver. Het Spinozahuis vraagt na afloop van een cursus altijd aan welke eventuele volgende cursus behoefte zou zijn. En al voor het derde achtereenvolgende jaar heb ik gevraagd om een cursus over de PPC op touw te zetten. Ik weet dat ik niet de enige ben die hierom vraagt. En dat juist om te leren zien hoeveel er van Spinoza zelf in te ontdekken is.
Ik héb in de PPC gelezen, sommige hoofdstukken/delen meermalen. En ik ben verheugd, nogmaals, dat Wim Klever mij nu uitdaagt weer eens in dat werk te gaan lezen. Ik ben er weer vooraan in begonnen en ben verheugd te ontdekken hoeveel tekst aan te wijzen is die duidelijk en helemaal van Spinoza zelf stamt (en waarin hij dus niet alleen maar Descartes uitlegt). Dat geldt bijvoorbeeld voor het scholium (opmerking) in het eerste deel bij vervolgstelling na stelling 4, de uitleg van axioma 9 (waarin een ‘boeken-voorbeeld’ dat Spinoza ook in brief 40 gebruikt); het geldt voor de scholia bij stellingen 5 en 6; alsook vanaf scholium bij stelling 7 alles tot aan stelling 8 – dat uiteraard allerzekerst daar hij in die tekstdelen kritiek op Descartes geeft en hem gaat verbeteren.
Tot zover las ik de PPC en nu moet ik vandaaruit kanttekeningen plaatsen bij 2 tweets van Wim Klever, te weten die van eergisteren en gisteren [zie hier], die luiden: