Weg van Kant’s worsteling met Spinoza

0
460


In dit laatste blog van het jaar wil ik wijzen op een review
van Sebastian Gardner dat op Tweede Kerstdag op internet werd geplaatst: “Sebastian
Gardner on Omri Boehm’s “Kant’s Critique of Spinoza” [Oxford University Press
USA 2014]” [
Cf. – cf. ook eerder blog en blog over dit boek]


Sebastian Gardner is Professor of
Philosophy at UCL in London, UK. His work concentrates on Kant and post-Kantian
philosophy. He has published widely on Kant, Fichte, Schelling, Schopenhauer,
Nietzsche, Sartre, Merleau-Ponty and the aesthetic turn in post-Kantianism.
Among his books are Kant and the Critique
of Pure Reason
(Routledge 1999), Sartre’s
“Being and Nothingness”
(Continuum/Bloomsbury, 2009) and, together with
Matthew Grist, The Transcendental Turn
(Oxford UP 2015). He is currently working on a book on the legacy of Kant’s Third Critique. ]
Hij schreef ook:
“Spinoza, Enlightenment, and Classical German Philosophy,” in: Diametros 40 (June 2014) – Special Topic
– The Radical Enlightenment [cf.
blog en PDF]


Het is een intrigerend artikel van zo’ 12 A4-tjes, eigenlijk
niet zozeer een bespreking als wel een diepgaande discussie met (en gedeeltelijke
weerlegging van) het boek van Omri Boehm, waarvoor Gardner grote bewondering
uitspreekt, maar met welks centrale stelling hij het niet eens is, n.l. dat in
z’n hele filosofische project, ja dat in de kern ervan, Kant vooral
gepreoccupeerd zou zijn geweest met Spinoza – dat hij n.l. diepgaande waardering
had voor de kracht van Spinoza’s redeneren, maar dat hij de drastische conclusies
ervan wilde proberen te vermijden.