De naam V. A. Heck, Wien, kom je op
prenten tegen, met – meestal geschatte – data van ca. 1880 tot ca.
1900. Deze naam staat ook op onderstaande prent van Spinoza. Wie was
deze Heck?
V. A. Heck (1842 – 1905)
arbeitete als Buchhalter bei August Angerer, bevor er 1877 seinen
Kunstverlag und seine Kunsthandlung gründete. Er bot neben
Einzelbildern und Serien mit photografischen Wiedergaben von
Gemälden, Portraits, Landschaften und Genredarstellungen auch Alben
und Mappenwerke mit Kunstreproduktionen und topografischen Ansichten
von Wien und Gegenden der Monarchie an. Zu seinen Fotografen gehörten
Michael Frankenstein, Josef Löwy, Otto Schmidt. (vgl. Starl, Lex.
zur Fotografie in Österr., S. 183) [Informatie van antiqbook].
Welke kunstenaar hij deze plaat
liet vervaardigen is niet bekend, maar duidelijk is dat deze gebruik maakte
van de Spinoza-gravure die
of 1803 door Johann Heinrich Lips (1758 – 1817) had laten maken naar
een kopie van het Spinoza-schilderij in de Herzog August Bibliotheek
in Wolfenbüttel die Paulus had verworven; de gravure was bestemd
voor de tweede band van Paulus' Benedicti de Spinoza Opera quae
supersunt omnia, die in 1803 verscheen [cf. dit
blog].
Maar de afbeelding werd niet helemaal geplagieerd: er
werd iets eigens aan toegevoegd. Of Heck het bedacht of de onbekende
kunstenaar weten we niet, maar besloten werd om Spinoza eens een
lekker warme kamerjas aan te trekken. Zie hierboven het resultaat dat dus in
het laatste kwart van de 19e eeuw aan de kunstmarkt en/of
Spinoza-minnaars zal zijn aangeboden.