Wanneer wordt miscommunicatie >ongepast< ??

0
387
Correspondentie is briefverkeer tussen twee personen, tussen een persoon en een instantie of, tussen twee instanties. Inbreuk tussen die partijen werd (wordt) als briefgeheim aangemerkt en is strafbaar.
Maar er gelden ook andere regels. Zo bijvoorbeeld, dat de ontvanger van de brief binnen redelijke termijn op z’n minst de briefschrijver de ontvangst heeft bevestigd, of laat bevestigen. Gebeurt dit niet, ja.. Wat dan ?
Het ligt een beetje aan de brief, of bv het onderwerp belangrijk genoeg is ook voor de ontvanger.
In oktober vorig jaar zond ik een brief aan een instantie bij de NV Nederlandse Spoorwegen, dat naar de naam te oordelen, voor dit soort zaken het aangewezen adres moet zijn.
Antwoord kwam er niet, maar toen mijn »reiservaring« nog dezelfde maand herhaald werd, besloot ik een wat uitvoerige brief te zenden aan de redactie van »de Koppeling«, het personeelsblad van NS, dat ik als gepensioneerde nog steeds mag ontvangen en grotendeels doorlees.
We zijn nu weer anderhalve maand verder en nog steeds taal noch teken, van wie dan ook bij de Spoorwegen.
Vandaar, dat ik hoe ongaarne ook, deze weg kies, om toch gehoor te krijgen, voor iets dat ik – naar mijn overtuiging – volkomen terecht meen te moeten melden.
De tekst van beide brieven spreken voor zich.
Ik hoop, dat andere naast de rollator-gebruikers, ook ouders met kinderwagens zich met mij solidair voelen.

27 oktober 2005

NS klantcontactcenter
Postbus 2372
3500 GJ Utrecht

betreft: toegankelijkheid treinen

L.S.

Sinds een half jaar ben ik veroordeeld een rollator te moeten gebruiken. Veelal ben ik alleen op stap en moet dus alles zelf managen. Een enkele keer tref ik zeer welwillende medereizigers, die een of beide handen voor me uit willen steken.
In het stads-openbaar-vervoer gaat het allemaal tamelijk tot echt goed. Het moeilijkst zijn de drie tot vier treden in de autobussen.
Maar wat betreft de treinen wordt het een heel ander verhaal.
In de jaren 80 en 90 is er erg veel gedaan om de toegankelijkheid van de stations voor minder-validen te verbeteren. Hiervan kunnen ook bv moeders met kinder- en wandelwagentjes mee profiteren.
Ook het functioneren van de liften op de perrons, waarmee de »echte« invalidenwagens de treinen worden in-geholpen, schijnt goed te verlopen.

Maar dan is het juist bij het stijgend aantal dubbeldekkers wel bekeken.
Iedereen met een »hulp-voertuig« is tot het balkon veroordeeld.
De »hokjes« bij de trappen bieden, indien al niet bezet, enig soelaas. Maar verder sta je daar te staan, hopend, dat de remmen van het voertuig het niet begeven. En je voelt je een bron van/tot ergernis van je medereizigers. Want je staat altijd in de weg. Het ergst natuurlijk bij het uit- en instappen op tussengelegen stations. Niemand weet tevoren, welke deuren er open zullen gaan, zodat je ook geen, of bijna geen tactische opstelling kunt kiezen.
De balkons op zich laten erg weinig ruimte om ideeën aan te dragen hierin verbetering aan te brengen. Maar ik hoop, dat er op enige manier toch verbetering aan te brengen is, zodat ook de trein geen belemmering meer hoeft te zijn om de mobiliteit nog meer te moeten beperken.
Bij voorbaat mijn dank!


1 december 2006
De redactie van de Koppeling
Hoofdgebouw IV
5K28
postbus 2025
3500 HA Utrecht

pensioennummer 00009#######
onderwerp: gebruik treinen door minder-validen.

Geachte dames, heren,

Uw laatste titel-kop >Kom mee naar buiten, allemaal< en de jaarlijkse ontvangst van de vrijvervoerbewijzen zijn de oorzaak van deze brief !
Men gaat zich beraden, of dit vrijvervoer, waar dan toch nog voor betaald wordt, wel zinvol blijft, wanneer men tot de groep minder-validen gaat behoren.
Nederland vergrijsd en daarmee stijgt het aantal van deze mensen ook. Hoewel het toch confronterend is, dat men een hulpmiddel moet gaan gebruiken, de rollator kan dan een oplossing bieden, om inderdaad nog >naar buiten te gaan<.

Alleen houdt dit voordeel op, wanneer men zich met de trein wil gaan verplaatsen.
In het overgrote deel van het huidige NS-materieel is de rollator een weinig graag geziene gast.
Sta je op een perron dan komt het zelden voor, dat treinpersoneel een handje helpt, jouw hulpmiddel in de trein te tillen. En ben je eenmaal binnen, dan begint de ellende pas goed. In het overgrote deel van het huidig spoormaterieel komt de rollator niet verder dan het balkon. En daar sta je dan ! Je moet er nog bij blijven ook, want het spoorgebruik is maar aan weinigen bekend. Zodat je nooit weet, of jouw rollator niet >in de weg < staat bij een volgend station. En je hem dus als de bliksem naar de andere kant moet rangeren om de medereizigers bij het in- en uitstappen niet te hinderen.
Zou je al iemand vinden, die bereid is de rollator de trapjes van een dubbeldekker op of af te sjouwen, de achtergelegen deurtjes zijn, als bijna alle overige toegangsdeuren tot coupéruimten net 1,5 centimeter of meer te smal.
Er is al eens gezegd, dat je hem in de trein maar moet opklappen. Maar dit apparaat is nu net bedoeld om iemand steun te geven, die je ook in een vaak nog schommelde trein ook nodig hebt.
Wanneer men daarbij bedenkt, dat men tegenwoordig altijd wel een tas op reis nodig hebt, die in het bijhorend mandje gemakkelijk kan worden vervoerd, begrijpt, dat het inklappen van de rollator geen oplossing biedt.
Omdat het nooit van te voren bekend zal zijn, welk materieel, op welk traject en op welk tijdstip zal worden ingezet, is het maken van een treinkeuze, die nog wel enig comfort in het vooruitzicht stelt, een moeilijke zaak.
Het aanschaffen van een Overgangbewijs, om in de 1e klas wat meer ruimte te vinden heeft dan ook geen zin. Bij de drie reizen, die ik dit jaar met de trein maakte, heb ik steeds een overgangsbewijs gekocht, maar nergens kunnen gebruiken.

Aangezien deze situatie alleen maar meer zal gaan voorkomen, zal deze narigheid niet tot één gepensioneerde spoorman beperkt blijven en ook normaal betalende reizigers treffen. Terwijl, onder welke naam dan ook, de trein nog steeds het enige openbaar-vervoer middel voor de langere afstand zal blijven.
De gemeentelijke vervoerbedrijven zijn gelukkig al druk bezig hun materieel, metro, tram en bus voor deze bereikbaarheid aan te passen.
Het zal mij wel niet meer treffen, maar ik denk, dat jonge gezinnen met kinderwagens
zich in gelijke omstandigheden ook niet welkom zullen voelen.

Misschien is het mogelijk, om bij ombouw en zeker bij bestelling nieuw materieel, dit als aandachtspunt mee te nemen. Het scheelt echt maar enkele centimeters.

Een tussenoplossing zou kunnen zijn, wanneer treinpersoneel toegestaan wordt in deze gevallen, de minder-valide reiziger zonder extra kosten een Overgangsbewijs »uit te schrijven« in dat materieel, dan nog wel toegang geeft tot gebruik van een rollator, zodat dan de betreffende reiziger (en begeleiders) de 1e klas kunnen gebruiken.

Ik hoop het nog te mogen beleven, dat men bij ons spoortje zich tegen deze ongewilde discriminatie wat laat invallen!

Met vriendelijke groet,