Nadat ik het blog over Wallace I. Matson maakte, had ik niet meteen
gelegenheid om mij met aandacht te wijden aan het hoofdstuk dat
in z’n geheel bij books.google
te lezen is en dat ik mij voorgenomen had te gaan lezen:
"Body Essence and Mind
Eternity in Spinoza.“ In: Spinoza:
Issues and directions: The Proceedings of the Chicago Spinoza Conference (1986:
Chicago, Ill.) [s. 5841] / Edited by Curley, Edwin; Moreau, Pierre-François. –
Leiden: Brill, 1990: p. 82-95.
Pas nu had ik mij voldoende vrij gemaakt om het hoofdstuk
te lezen. Mark Behets had in reactie op dat blog al genoteerd: “gaat een
verrassende toer op. Ben eens benieuwd wat je er van zal vinden.” Wel het stuk eindigt
inderdaad behoorlijk verrassend.
Ik noteer intussen dat Matson
in dat stuk een aardige en m.i. overtuigende notitie geeft bij Spinoza’s
essentie-definitie (2/def2) die z.i. geen echte definitie is; en dat hij
interessante beschouwingen geeft over het moeilijke tweede deel van het Vijfde
deel van de Ethica (5/21-40).