Waarom had Spinoza een voorkeur voor meetkunde (en niet voor rekenkunde)? [een vervolg – en een uitstapje naar Frederik van Eeden]

0
412


Hierbij
neem ik graag de vrijheid om een vervolg op het
vorige blog, waarin
een artikel van Adrie Hoogendoorn was opgenomen met bovenstaande titel, aan te bieden.


Sindsdien
kwam ik nog enige artikelen en hoofdstukken tegen die m.i. een relevante en
aanvullende documentatie leveren bij deze vraag.
Vooral
wijs ik graag op een relevant en exact bij deze kwestie passend buitengewoon
informatief artikel van


• Yitzhak
Melamed, "On the Exact Science of Nonbeings: Spinoza's View of
Mathematics." In: Iyyun, The
Jerusalem Philosophical Quarterly,
49 (January 2000); 3-22, gepubliceerd op
academia.edu


Verder


• R.H.
Moorman, "The Influence of Mathematics on the Philosophy of Spinoza."
In: National Mathematics Magazine,
Vol. 18, No. 3 (Dec., 1943), pp. 108-115

Alexandre Matheron, "Spinoza and Euclidean Arithmetic: The example of the fourth proportional. "In: Marjorie Grene & Debra Nails (eDS.), Spinoza and the Sciences. Dordrecht etc: D. Reidel (Boston studies in the philosophy of sciences, v. 91) nu Springer Science & Business Media, 1986, pp. 125-150 – books.google


• Ger
Harmsen, “Spinoza and the Geometrical Way of Proof.” In: T. Koetsier en I. Bergmans
(Ed.), Mathematics and the Divine. A
Historical Study.
Amsterdam etc., 2005, 423-440 – deels in te zien op
books,google


• Geert
Vanpaemel, "The Culture of Mathematics in Early Dutch Enlightenment."
In: Wiep van Bunge (Ed.), The Early Enligtenment in the Dutch Republic
1650-1750 : Selected Papers of a Conference held at the Herzog August
Bibliothek Wolfenbüttel, 22-23 March 2001. Leiden [e.a.]: Brill [Brill's
Studies in Intellectual History, 120], 2003: 197-211. Grotendeels te lezen op
books.google – geeft
veel contextuele informatie.