Naar aanleiding van het vorige blog op zoek naar meer over Al-Farabi en Spinoza,
stuitte ik op het volgende.
Warren Zev Harvey laat in zijn bijdrage, “Ishq, Hesheq, and
Amor Dei Intellectualis” aan Steven Nadler (Ed.), Spinoza and Medieval Jewish Philosophy [Cambridge University Press,
2014 – cf. blog] zien hoe Spinoza zijn ‘amor Dei intellectualis’ in
overeenstemming met Arabische en Hebreeuwse termen uit de late Middeleeuwen muntte.
Sterker nog, hij laat in een Postscriptum zien langs welke
weg Spinoza hoogstwaarschijnlijk kennis moet hebben genomen van deze notie.
De filosoof in de voetsporen van Maimonides, Rabbi Abraham
Shalom (d. 1492) hanteert in zijn Neveh
Shalom (Huis van de Vrede) zonder verwijzing overigens woorden van Rabbi
Abraham Abulafia (1241 – na 1291) in zijn boek Or ha-Sekhel (Het Licht van het Intellect), te weten ahabah elohit
sikhlit (intelectuele goddelijke liefde) dat in het Latijn te vertalen is als amor Dei intellectualis. Het manuscript
van Abraham Abulafia zal Spinoza hoogstwaarschijnlijk nooit onder ogen hebben
gehad, maar van het boek van Abraham Shalom kan hij heel goed kennis hebben
genomen. Dit was n.l. een populair filosofisch werk dat in 1575 in Venetië in
druk was verschenen. Dit kan Spinoza dus heel goed gelezen hebben. Hier verwijs
ik graag naar dat Postscript dat books.google laat lezen. Het gaat slechts om twee bladzijden tekst. Een fascinerende tekst.