Gisterenavond bespraken we met onze Spinoza Kring Limburg
het 8e hoofdstuk van Spinoza’s Staatkundige
verhandeling in de vertaling van Karel D’huyvetters. We waren het er met z’n
allen over eens dat wat Spinoza voorstelde over de inhoud van de eed eigenlijk
heel nuttig in Nederland zou kunnen worden ingevoerd om in de plaats te laten
komen van de eedformules “Zo waarlijk helpe mij God almachtig” en het wat slappe
“Dat beloof ik” resp. “Dat verklaar ik.”
Eerst de Latijnse tekst:
§ 48. Quos lex jurare cogit, a
perjurio multo magis cavebunt, si per salutem patriae et libertatem, perque
supremum concilium, quam si per Deum jurare jubeantur. Nam qui per Deum jurat
privatum bonum interponit, cujus ille aestimator est: at qui jurejurando
libertatem patriaeque salutem interponit, is per commune omnium bonum, cujus
ille aestimator non est, jurat, et, si pejerat, eo ipso se patriae hostem declarat.