Twee maanden geleden ontdekte ik dat de Marathi dichter Vinda Karandikar, die zondag 14 maart op 91-jarige leeftijd overleed, een gedicht wijdde aan Spinoza – in Marathi, de taal van West en Centraal India en de officiële taal van de deelstaat Maharashtra.
Vinda Karandikar was de dichtersnaam van Shri Govind Vinayak.
In de meeste doods-berichten werd gememoreerd dat hij met zijn laatste bundel, Ashtadarshane, bestaande uit acht gedichten gewijd aan filosofen, waaronder dus Spinoza, in 2003 de hoogste culturele prijs van India, de Jnanpith Prijs, had gewonnen.
The Hindu schreef op 4 april 2010: “He had intended Virupika (Distortions) to be his last collection. “I believe I have done what little I could in the field of poetry”, he wrote in the preface. His admirers grieved but hailed it as a rare and brave decision for an artist to take. Yet, to their joy (mixed with some dismay), he came right back with Ashtadarshane. He called these eight poems explicating the philosophies of Descartes, Spinoza, Kant, Hegel, Schopenhauer, Nietzsche, Bergson and Charvak, an old man's game. The outcome of the game won him the country's most prestigious award.”