Als er nog iets is, waar ik een beetje trots op kan zijn, dan zijn dat mijn vingers. Daarmee wist ik vele jaren geleden mooie – en wat vaker minder welluidende – klanken aan piano of orgel te ontlokken.
En daar ben ik nu op getikt! Jawel, ik ben getikt !
Nog wel niet zo erg om als echte frenezulo door het leven te moeten, maar toch.. het kwam hard aan. Gelukkig heeft mijn hart er niet onder geleden.
Wat is het geval?
In mijn loggertje over de studente uit Maastricht had ik haar een >dokter-in-de-dop< genoemd. En dat had >dokter-in-spé< moeten zijn !
Nu is het woordje >spé<, dacht ik, afgeleid van espero, dat ook door niet Esperantisten herkend wordt als het nederlandse woordje »hoop«.
Maar dat was nu niet mijn bedoeling!
Zij kon wellicht ook wel een zwak voor zeer grote getallen gehad hebben. En dan daarbij genoeg gekregen hebben van het verschil tussen >maag< en >maagd< (u weet wel: de liefde van de man gaat door de … Juist ja!) Dan is de overstap van medicijnen naar astronomie zo gemaakt en alle hoop op een koperen schild aan de deur vervlogen.
Maar die dop, hè ?
Wat zit er in een dop?? Juist, ja. Een jong kippetje – of eendje, of ooievaartje gzmd – !
En wat worden die doppen later? Juist ja. Grote kippen, of eenden, of ooievaars !
U ziet, alle hoop is nog niet verloren en ik ga nog steeds van een goede dokter uit!