Vanwege het feit dat we nog steeds geen goed alternatief
hebben om hetgeen Spinoza in Ethica 2/7 betoogt kort aan te duiden:
Ordo et connexio idearum idem est
ac ordo et connexio rerum.
De orde en het verband tussen de
ideeën zijn dezelfde als de orde en het verband tussen de dingen. (vertalingen
Henri Krop]
blijf ook ik de term parallellisme maar gebruiken, bij
gebrek aan een betere. Velen vinden het de meest centrale stelling van de Ethica (voor anderen is dat propositie 3/7
over de conatus). Waar het me hier om gaat is dat er in de secundaire Spinoza-literatuur
veel gezegd (geklaagd) is over het feit dat Spinoza in het bewijs hiervan zo
kort is: hij verwijst slechts naar het vierde axioma van het eerste deel en
volstaat daarmee:
Patet ex axiomate 4 partis I. Nam
cujuscunque causati idea a cognitione causae cujus est effectus, dependet.
Dit volgt uit axioma 4 van deel
I, want de idee van een gevolg hangt af van de kennis van de oorzaak, waarvan
het een gevolg is.
Dat axioma luidt:
Effectus cognitio a cognitione causae dependet et eandem involvit.
De kennis van een gevolg hangt af
van de kennis van de oorzaak en sluit die in.
Ik heb zelfs wel ergens gelezen dat Spinoza het eenvoudig
stelt, a.h.w. zomaar uit de lucht laat vallen, zonder het gedegen te
onderbouwen. Dan zou de belangrijkste stelling van de Ethica een ‘bruut feit’ zijn? Dat is toch wel heel ongeloofwaardig.