Het voornaamste feit waarom Theodor Kerckring belangrijk is voor het Spinozisme is niet dat Spinoza zijn commentaar op de alchemie van Basilius Valentinus, Commentarium in Currum Triumphalem (1671) in bezit had en ook diens Spicilegium anatomicum (1670)(waarschijnlijk van de auteur gekregen?).
Het is ook niet het feit dat Kerckring op 27 februari 1671 met Clara Maria van den Enden trouwde, op wie volgens Colerus ook Spinoza jaren terug verliefd was geweest. Maar Kerckring ‘won’ haar, waarbij “een kostelijk Parelsnoer, zynde enige duizenden waardig, die hij (Kerckring) de jonge vrouw eerder geschonken had, niet weinig holp bij het winnen harer gonst." Kerckring ging er zelfs voor tot het katholieke geloof over. Over een mogelijke liefdescontest is veel gespeculeerd door toneelschrijvers en biografe Margaret Gullan-Whur; die zou zich dan omstreeks 1657 hebben moeten afspelen, toen Spinoza 25, Kerckring 19 en Clara Maria 13 jaar oud was; niet heel geloofwaardig. (Zie hier de aankondiging op 4 febr. 1671 van het voorgenomen huwelijk op de website over Franciscus van den Enden van Frank Mertens).
Nee, het belangrijkste feit is dat Kerckring een ‘voortreffelijke microscoop’ bezat, en die was, zo beschrijft hij in zijn Spicilegium Anatonicum, [1670; in: Observatio XCIII] “vervaardigd door de edele wiskundige en filosoof Benedictus Spinoza, waarmee ik de lymfe-vaatbundels kan zien.”