Op aanraden van twee o zo
verschillende Spinozakenners (Piet Steenbakkers en Wim Klever) heb ik het boek
van Stephen Greenblatt gelezen: De
zwenking. Hoe de wereld modern werd. De Maastrichtse bibliotheek had de bij
De Bezige Bij in 2012 uitgegeven vertaling van Arthur de Smet in huis. Ik liet
andere dingen even liggen en las het boek in één ruk uit – zo’n boeiend en goed
geschreven (en vertaald) boek is het. Greenblatt, Renaissance- en
Shakespeare-deskundige, is een gedreven en begenadigd schrijver. Hij heeft zijn
onderwerp diepgaand en in de breedte bestudeerd en weet zich goed in te leven
in hoe zaken mogelijkerwijs gegaan zouden kunnen zijn waar we dingen niet
weten. Hij vult met gemak de gaten in onze kennis.
Greenblatt biedt ons een product
van het ‘New Historicism’, dat is een stroming die niet een werk louter op
zichzelf beziet, maar dat doet in z’n historische context. En zo krijgen we een
werk dat is uitgebouwd tot een globale cultuurgeschiedenis van de Oudheid tot de
Verlichting. Lucretius [99 – 55 v.
Chr.] is, gezien ook de ondertitel, de held van het boek op de
achtergrond, maar de renaissancist Poggio Bracciolini is het belangrijkste
personage en het boek is dan ook vooral een historisch verhaal over zijn leven,
zonder dat het een complete biografie wordt. Bracciolini’s ontekking in 1417 van
Lucretius’ boek De rerum natura is de
rode draad.