Sporen van subject-zijn en van zelfbewustzijn bij Spinoza

0
325

We spraken af om waar we met onze Spinoza Kring Limburg gisterenavond het laatste deel van het Tweede deel van de Ethica bespraken, nog eens over dat hele Tweede deel heen op zoek te gaan naar sporen ervan dat er in Spinoza’s stelsel toch wel aandacht er voor is om mensen als subject, als individu met zelfbewustzijn, als modi die ook zelf iets betekenen te zien.

Er zijn van zulke sporen aan te wijzen, maar je kunt je afvragen waarom die zo verborgen lijken te zijn, zo weggestopt? Zonder dat je daarvoor hoeft te psychologiseren door bijvoorbeeld te denken aan een mogelijk onbewuste neiging vanuit Spinoza’s verzet tegen Descartes, is wel duidelijk dat hij een missie heeft en zwaar tegenwicht wilde bieden tegen het te sterk uitvergrote ego van het cartesiaanse denken. Een missie tegen de al zo lang bestaande neiging van mensen om zichzelf boven de rest van de natuur verheven te voelen en om alles (zeker de natuur als God) antropomorf te duiden – alsof alles voor ons welzijn ingericht is. Tegen die neiging om een soort staat in de staat te vormen verzette Spinoza zich hevig, ja hartstochtelijk. Zijn missie bestond erin te laten zien dat je in je filosoferen niet van jezelf, van je ik, moet uitgaan maar vanuit het geheel, dat is: vanuit God. Niet vanuit de gewone orde der dingen (die ons contingent verschijnt), maar vanuit de totale orde (die eeuwig en noodzakelijk is) proberen de dingen te begrijpen.