Vandaag in de trein op weg naar de eerste van vier bijeenkomsten in Amsterdam over Spinoza's Theologisch-politiek traktaat, georganiseerd door de Vereniging het Spinozahuis (ik maak er morgen een bericht over) bedacht ik dat ik een alinea van mijn bespreking van het laatste boekje van Jan Knol wilde herzien. Daar was ik ietwat "té streng in de leer" geweest.
Dat idee werd nog eens versterkt toen de inleider i.v.m. die TTP twee benaderingen van bijbellezing schetste: de rationalistische en de letterlijke. Ik realiseerde mij nog sterker dat ik Knols boekje eigenlijk langs een meetlatje van te sterke letterlijkheid de maat had genomen. Zo'n farizeeër wil ik toch niet zijn…
En toen ik tenslotte in de pauze zag hoeveel boekjes van Knol aan de boekentafel gekocht werden(sommigen namen zelfs meerdere "Knollen" omdat het ook zo'n lekker cadeau te geven boekje is!), wist ik zeker dat ik mijn correctie nog deze zelfde avond ging aanbrengen.