In het vorige blog liet ik zien
waar Sangiacomo aangrijpt op de aanzet die Steven Nadler gaf. In zijn
artikel gaat hij mee met de richting van Nadler, n.l. dat we de grond
voor een goede aan Spinoza toe te schrijven bewustzijnstheorie,
moeten zoeken in de complexiteit van het lichaam. Maar in zijn
artikel gaat Sangiacomo betogen dat er op twee sporen moet worden
gezeten daar bewustzijn namelijk alleen van adequate kennis kan
afhangen of er het gevolg van kan zijn. Het ene spoor is dus dat van
de lichamelijke complexiteit (vooral de werking van het brein), het
tweede spoor is dat van het (asdequate) kennen.
De grote vraag is bij "embodied
mind research' waar grijp je feiten en toestanden van de brains aan
om naar die 'weerspiegeling' van het mentale te zoeken?
Sangiacomo zoekt het in de
notiones communes die voor elk type lichamelijke complexiteit
van een eigen aard zullen zijn. Dat lijkt mij een vruchtbare richting
om verder te speuren. En er zal vast een stevige betrekking tussen
bewustzijn en adequate=ware kennis bestaan.