Aanleiding voor dit blog is de
vertaling die Karel D'huyvetters onlangs op zijn website
bracht van het artikel van Andrea Sangiacomo, waar ik graag de
aandacht op wil vestigen en waarover ik iets wil zeggen. Het gaat om:
"Adequate kennis en lichamelijke complexiteit in Spinoza’s
opvatting van het bewustzijn" [oorspr. "Adequate Knowledge
and Bodily Complexity in Spinoza’s Account of Consciousness" –
in Methodus, 6 (2011)]. [Cf. op Academia.edu]
In het artikel wil Sangiacomo
voortbouwen in een richting die eerder werd aangegeven door Steven
Nadler, maar daarbij toch ook weer een andere weg inslaan – daarover
straks meer. Maar eerst beken ik nog dat ik er een heel andere blogs
over ga schrijven dan ik aanvankelijk van plan was. Ik meende
namelijk dat er iets niet kon kloppen in Sangiacomo's benadering (ik
zal straks nog aangeven waar ik dacht dat hij in de fout ging). Ik
heb zijn tekst, zowel in het Engels als in de vertaling van Karel
D'huyvetters, bij elkaar wel zo'n zes keer gelezen – aanvankelijk met
het schoolmeesterlijk potloodje in de hand om goed te ontdekken waar
het toch fout ging. Tot gelukkig het kwartje viel en ik zag wat een
meesterlijk stuk Andrea Sangiacomo geschreven heeft. Het was voor
mezelf weer eens een bewijs, hoe moeilijk goed lezen en luisteren is,
daar je al (bevooroordeelde zgn. eigen of voor-)kennis hebt, waarvan
je je verstand moet zuiveren om hem te verbeteren. Enfin, we zitten
zo helemaal in Spinoza. Nogmaals, hier kom ik later nog op terug. Ik
begin eerst met wat eraan voorafging: het stuk van Steven Nadler.