Kort geleden heb ik weer eens het zoveelste kortingsaanbod voor een abonnement op Filosofie Magazine afgeslagen: de “Jubileumaanbieding: Nu 3 nummers Filosofie Magazine voor maar € 15,-“. Ik was lang abonnee, maar hoef het blad niet meer. Maar mijn dagblad, Trouw, heeft een bladenrubriek waarmee ik op de hoogte wordt gehouden. Vandaag wordt een human interest-achtig verhaaltje samengevat van Han van Ruler, hoogleraar intellectuele geschiedenis aan de Erasmus Universiteit. Via een ervarinkje in de Nationale bibliotheek in St. Petersburg, waar hij ooit vroeg naar ‘Hollandse filosofie’ (“Gollandskaja filosofia”) werd hij eerst glazig aangestaard, maar toen bleek er toch een kaartenbak (te lezen is 'een schoenendoos’ – klinkt lekker denigrerender, maar dan blijkt het toch ‘een schatkist’) met kaartjes voor Erasmus, De Groot, Spinoza: “grote namen.”
Maar vervolgens geeft Van Ruler die bibliotheekmedewerker met de ongelovige ogen wel een beetje gelijk. “Ja, Spinoza, die kende natuurlijk iedereen. Maar dat was helemaal geen Hollander! En Erasmus, natuurlijk – maar die was geen filosoof! Erasmus was een theoloog en Hugo de Groot was een jurist…. Inderdaad zijn onze grootste intellectuele helden soms nauwelijks filosoof of nauwelijks Nederlander.”
En eerder in het stuk had Van Ruler als verklaring gegeven dat “Nederlandse filosofie” nooit in zwang is geraakt daar de filosofie pas is gaan regionaliseren “toen wij onze belangrijkste periode al achter de rug hadden. Nederland lag in de gouden eeuw wat betreft filosofie ver voor op de rest van Europa.”
Ja, Spinoza is zó Gouden Eeuw… [blog]
En de Gouden Eeuw was zó internationaal en geglobaliseerd.
Spinoza is volkomen van de wereld.