In deze tijd, waarin een groot deel van de mensheid zich voorbereidt
op het vieren van het 'kerstwonder', is het misschien nodig nog eens op de
onmogelijkheid van wonderen te wijzen.
Hoewel het bevorderen dat we in deze tijd een apart gevoel
van ‘vrede’ in de zin van het onderbreken van vijandigheden, het bevorderen van
gezelligheid en samenzijn, vooral in de betekenis van samen lekker en overvloedig eten en
drinken, van de kerken is overgenomen door de winkelketens, en in de betekenis
van met elkaar iets leuks doen door de film- en vermaakindustrie en de media, inmiddels zonder nog enige verwijzing naar de oorspronkelijke wonderbaarlijk geachte gebeurtenis mogelijk blijkt – wat op zichzelf
alweer de illusie van iets wonderbaarlijks oproept.
De Franse uitgeverij Herne bracht enige jaren geleden het
boekje uit: Spinoza & Voltaire, Miracles [cf.]
Of dat zo’n gelukkige greep was, weet ik niet. Voltaire had luidop, daarin
volgde hij Bayle, weinig op met Spinoza. Vergeleken met Spinoza was Voltaire
volgens Jonathan Israel trouwens eerder een conservatieve denker. Hij schreef
een nogal stekelig essaytje en een spottend gedichtje over Spinoza [cf. blog en blog]. Maar over de onmogelijkheid van wonderen zijn beiden
het eens en hanteren ze ongeveer dezelfde argumentatie. Dus zo gezien is dit
samenbrengen van teksten zo gek nog niet.