Spinoza in Georg Büchner’s "Dantons Tod"

0
341

Georg BüchnerOver Georg Büchner ((1813 – 1837) had ik eerder een blog met de titel: »Spinozistisch geïnspireerd schrijver van Woyzeck.« Nu wil ik een scène uit »Dantons Tod« waarin over Spinoza wordt gesproken, naar dit blog halen.  

Nog even kort over Georg Büchner. Zijn basisonderwijs kreeg hij in de school van zijn moeder Louise Caroline. Zijn vader was arts. Na zijn middelbare school, ging hij, eerst in Straßburg later in Gießen, medicijnen studeren. Hij engageerde zich zeer met de politiek en had bemoeienis met het strijdbare blad »Der Hessische Landbote« (1834). Zijn belangrijkste werk, »Dantons Tod«, schreef hij op zijn 21e. Het verscheen in 1835, het jaar erop de komedie »Leonce und Lena« (1836) en het daarop volgende jaar het al genoemde onvoltooid gebleven »Woyzeck« (1837). Zijn werk is vele malen opgevoerd, verfilmd en op CD gebracht. Naar hem is de belangrijkste Duitse literatuurprijs vernoemd die in 1923 werd ingesteld: »Georg-Büchner-Preis«.

Dantons Tod
speelt in 1794 ten tijde van de Franse Revolutie en handelt over Danton, die – anders dan Robespierre – op geweldloze wijze een republiek wil stichten, wat hij tenslotte met zijn leven moet bekopen. De schrijver worstelt met die revolutie, die hij enerzijds om z’n maatschappelijke veranderingen begroet, maar van het geweld waarvan hij gruwt.
Het stuk lijkt een illustratie van Spinoza’s waarschuwing op te passen met opstand tegen tirannie, daar de gevolgen wellicht nóg meer te vrezen zijn. In Dantons Tod wordt duidelijk dat de revolutie tegen het absolutistische systeem van de koning en de adel, via terreur en geweld uitloopt op een nieuw systeem van tirannie. Ieder die zich opstelt tegen Robespierre en zijn volgelingen (de Jacobijnen) of zelfs maar een ander idee heeft van een republiek, werd tot publieke vijand verklaard en ter dood veroordeeld. Het ene heersende systeem werd dus vervangen door een ander.

De volgende scène (de eerste van het derde bedrijf) speelt tussen Chaumette (Prokurator van de Gemeenteraad) Mercier en Thomas Payne (Paine), afgevaardigden in de Nationale Conventie. De laatste verwijst tweemaal naar Spinoza.