Spinoza hoort niet thuis bij Early Modern Science and Mathematics?

0
278

In de 17e eeuw was (natuur)wetenschap nog niet losgemaakt van filosofie. De ontdekking en ontwikkeling van de mathematisering had niet alleen plaats in de natuurfilosofie in strikte zin (wat later dus natuurwetenschap werd), maar in filosofie in bredere zin.

Spinoza’s Ethica Ordine Geometrico demonstrata is wel het meest bekende voorbeeld van het 17e eeuwse geloof in de betrouwbaarheid en zekerheid van mathematica voor het ontwikkelen en bereiken van goede, klare en adequate wetenschappelijke resultaten. Gebruik maken van de mathematische methoden was één van de mathematiseringen van disciplines zoals ze in die eeuw ontstonden. Mathematica werd als een vorm van kennis gezien, met name vanwege de zekerheid van de bewijsvoering. Naast Hobbes, Descartes, Leibniz en Malebranche was ook Spinoza een van de grote filosofen uit die eeuw die diepgaand beïnvloed waren door de mathematica.

Herman de Dijn wijst er in zijn The Way to Wisdom op: "In the appendix to Ethics 1, Spinoza will say that the standard of truth might forever have escaped mankind if mathematics had not been invented, which "is concerned not with ends, but only with the essences and properties of figures."" (p. 129) 

Behalve het intensief gebruiken van de axiomatische methode, heeft Spinoza zich ook bezig gehouden met nadenken over mathematische kwesties: als oneindigheid, getallenleer, waarschijnlijkheid e.d.