Was de "stoique of ongevoelige" Spinoza (Colerus)
ook als filosoof Stoïcus? Colerus schreef in zijn biografie van Spinoza:
“Het roepen van O God! in zyn
ziekte heeft ook niemand van de huisgenoten gehoort, want hy een quynende
ziekte hadde, en van een stoiquen of ongevoeligen imborst was, bestraffende
dikwils andere, wanneer se zig in hunne ziekten al te lafhertig en kleynzeerig
vertoonden.”
Volgens Colerus, die die indruk wel van Spinoza’s huisbaas
Hendrik van der Spijck zal hebben opgedaan, had Spinoza in zijn levenshouding
dus in zekere mate iets stoïcijns. Was hij dat ook in zijn filosofie?
Sinds mijn commentaar op het boek van Maarten van Buuren, Spinoza. Vijf wegen naar de vrijheid, waarin
ik aantoonde dat de auteur door in sterke mate van de Stoa uit te gaan tot een
scheve, verkeerde kijk op Spinoza was gekomen, ben ik weer eens sterk gespitst
op de vergelijkingen tussen Spinoza en de Stoa. Voor de feitelijke distorsies,
die ik in Van Buuren aanwees, verwijs ik naar die blogs [[cf. ’t laatste blog waarin naar de eerdere wordt verwezen].
Hier
verwijs ik op literatuur die ik de laatste tijd bij mijn speurwerk tegenkwam. Hier alvast
wijs ik erop dat de gedegen tekst de Chileen Luis Placencia die ik noem onder 7•
als PDF binnen te halen is.