Zonder iets te willen afdingen op mijn positieve
bewoordingen in het vorige blog, (daarom handhaaf ik de titel voor ook dit
vervolgblog), wil ik toch een paar kritische opmerkingen maken over enige van
Karel D ‘huyvetters toelichtingen. Zoals ik in het vorige blog schreef geeft
hij de lezer in de toelichtingen belangrijke onderdelen en aspecten van
Spinoza’s filosofie aan, waardoor het boek tevens als een inleiding kan
fungeren op de centrale punten van de filosofie van Spinoza.
Maar op twee van zijn interpretaties die verspreid door het
boek te vinden zijn, moet ik Karel weerspreken; daar interpreteert hij naar
mijn mening Spinoza niet juist. Het betreft [1] zijn lezing van de relatie tussen
lichaam en geest, ofwel die tussen de attributen uitgebreidheid en denken, alsmede
[2] zijn uitleg waarom Spinoza’s determinisme niet als fatalisme gezien mag worden.