Voorbije dagen heb ik mij weer eens bezig gehouden met Yirmiyahu
Yovel: Spinoza. Das Abenteuer der
Immanenz [Steidl Göttingen, 2012], de vertaling in één deel die ik
bezit van Spinoza And Other Heretics:
Volume 1: The Marrano Of Reason; Volume 2: The Adventures Of Immanence
[Princeton University Press, 1989, 21992] – een voortreffelijke
vertaling; echt mooi Duits om van te genieten. Vooral de inhoud van het boek is
het die het de moeite waard maakt het om de zoveel tijd weer eens ter hand te
nemen. [Zie hier mijn bespreking van het eerste deel]
Eerder had ik slechts enige hoofdstukken van het tweede
deel gelezen. Nu las ik het voor het eerst
in z’n geheel en kreeg ik nog grotere bewondering voor de grote
en brede eruditie van waaruit Yovel dit boek schreef. Hij is niet alleen duidelijk
goed thuis in de filosofie van Spinoza, maar ook in Hegel, Marx, Nietzsche en
Freud. Het is duidelijk dat hij begrijpt waarover hij spreekt én dan wat te
vertellen heeft. Ik zeg dat niet zomaar. Wat een verschil met de inleiding van Jasper
Schaaf, Realistische vrijheid en
dynamische macht in het licht van het denken van Spinoza en Marx
[Mededelingen vanwege Het Spinozahuis, Nr. 110] dat we onlangs ontvingen en
waaruit we niets interessants over Spinoza of Marx te weten komen. Daar zit
geen verhaal, geen lijn, geen betoog in – een en al broddelwerk en wat hap snap
in-en-uit-praten, meer is het niet. De VHS zou als uitgever de vrijheid moeten nemen om, als een
lezing tegenviel en zeer onder de maat was, te weigeren om het dan ook nog uit
te geven. Maar dit terzijde.