Robinson Jeffers (1887-1962) ‘radical Spinozaist’, dichter

0
408

jeffers.jpg (48675 bytes)Amerikaans dichter en schrijver, geboren in Pittsburgh in Pennsylvania als zoon van een presbyteriaans dominee en professor in de oudtestamentische literatuur. Hij studeerde aan verschillende universiteiten in Amerika, Zwitserland en Duitsland, o.a. medicijnen en Engelse literatuur. 1

Op Whalt Whitman-achtige wijze, zo lees ik bij Christopher John MacGowan 2, articuleerde hij zijn thema van de uiteindelijke zinloosheid van het menselijk leven tegenover de kracht van de natuur en van de corruptie van de uiteindelijk gedoemde beschaving. Hij schreef zijn gedichten, vanaf 1924 bijna als kluizenaar levend aan de rand van de Stille Oceaan vlakbij Carmel in Californië in een natuurstenen Bekijk de afbeelding op ware groottehuis en toren die hij eigenhandig bouwde: "Tor House and Hawk Tower". Hij werd bekend om z’n verhalende gedichten en nogal mythische/mystieke lyriek. Hij zag de mens vooral als nietig wezen in de grote onpersoonlijke kosmos. Z’n favoriete dier was de havik, waarover hij meermalen dichtte. Hij anticipeerde de wat later genoemd werd, ‘eco-poetry’.

In z’n latere gedicht Carmel Point schreef hij:

We must uncenter our minds from ourselves;
We must unhumanize our views a little, and become confident
As the rock and ocean that we were made from.

Of hij Spinoza bestudeerd heeft, weet ik niet, maar hij zou wel geschreven hebben: “it is our privilege and felicity to love God for his beauty, without claiming or expecting love from him” and to conclude from that that “we are not important to [God], but he to us.” Ik neem zijn Spinoza-studie dus aan. 3