Het boekje blijkt beduidend meer uit zowel de biografie van Rebecca zelf, Spinoza en de joodse lotgevallen te bevatten dan ik mij herinnerde. Ik was namelijk het meest enthousiast over haar prachtige samenvattingen van en commentaren op grote kerndelen van Spinoza’s filosofie. En die stukken worden dan in de herinnering groter. Maar gelukkig vormen die toch wel omvangrijke delen van het boek.
Ze is tamelijk veel bezig om achter de persoon Spinoza te komen en zijn joods-zijn te duiden en met name om te laten zien dat Spinoza ook gevormd was door het joodse lijden – dat hij zich dat had aangetrokken en er mede door gevormd was. Ze doet dat echter in mijn beleving niet irritant en claimerig, dus dat krediet gun je haar als lezer. Maar in haar Epiloog gaat ze wat te ver met te beweren: “Zijn vaste voornemen de tragiek van zijn joodse verleden te doordenken heeft hem tot zijn unieke denksysteem gebracht.”