Een van de mooiste zaken van deze tijd – en zelfs als woord in de nederlandse taal – is mantelzorg.
Een mantel geldt al tientallem jaren als een kledingstuk, dat beschermt tegen ongewenste invloeden vanuit de omgeving van de mens. Meestal dus het weer. Er zijn en waren zomer- en wintermantels, al naar gelang er behoefte aan bestond. Maar deze bescherming was dus afgesteld aan de omstandigheden van het ogenblik.
Nu gaat de huidige mantelzorg net iets verder. Degene die hulp behoeft, wordt in zijn of haar behoeften geholpen. Maar daarnaast is er ook meest nog een klein ogenblik, of wat langer, om net iets verder te gaan dan de normale behoeften. Een kort gesprek bij een kop koffie of thee. Zodat de zorg behoevende zich kan uitspreken en daarbij een – wat de mens dan zo noemt – een gewillig oor vindt.
Via de media weten we nu, dat dit soort liefdewerk tegenwoordig ook betaald wordt. Het hoeft niet zo te zijn, maar kan dit nu juist niet de reden zijn, dat de mantelzorg vaak te kort schiet. Of op z’n minst ervaren wordt als tekort schietend ?
We gaan er van uit dat de mantelzorgers in de eerste lijn gevonden (moeten?) worden. Ouders voor kinderen, kinderen voor ouders. Of de man voor zijn vrouw of de vrouw voor haar man. Daarnaast heb je dan het leger van vrijwilligers, die ook zonder financiële tegemoetkoming in staat zijn deze zorg op te brengen. Gewoon uit wat vroeger naastenliefde werd genoemd.
Maar ten grondslag aan deze vorm van zorg is de wil die naaste te helpe en bij te staan. Twee verschillende nebaderingen van hetzelfde probleem.
Maar wat, wanneer deze hulp niet voorhanden is ?
Wat wanneer ze wel nodig of wenselijk is, maar niet opgebracht kan worden ?
Dan is er ook nog de regenjas-zorg !
Zoals de regenjas alleen dan gedragen wordt, wanneer het regent, of regen verwacht wordt, zo is deze hulp alleen in praktijk waar te nemen, wanneer dit min of meer noodzakelijk is.
Moet de echtgenote naar de dokter, naar het ziekenhuis, dan wordt zij er naar toe gereden. Zijn er medicijnen nodig ? Dan gaat men voor haar of hem naar de apotheek. Is er verder iets nodig, dan wordt het voor hem, of haar gekocht. Of een boek geruild in de bibliotheek. Of ….
Maar voor de rest wordt – zoals men dat dan maar noemt – de patiënt met rust gelaten.
Er wordt niet eens gevraagd, of er verder nog wensen zijn, want die kan men dan toch, onder gegeven omstandigheden toch niet inwilligen.
Het grote verschil tussen beide soorten hulpverlening is, dat bij mantelzorg nog wordt uitgegaan van wat de zieke graag wenst, ook naast een droge tenalady, een warme douche, een kopje thee of koffie.
In de regenjas-zorg bepaalt de helpende, wat nodig of gewenst is en niet de patiënt. Maar er wordt wel van haar of hem verwacht, dat zij, hij die hulp met >dankbaarheid ten gemoet treedt< !