De vorige twee blogs over Spinoza’s vriend Pieter Balling en zijn Het licht op den kandelaar van 12 en 13 januari waren het resultaat ervan dat ik mij met hem ging bezig houden, naar aanleiding van hetgeen waarover ik in dit blog wil schrijven. In mijn blog van 31 december 2011 gaf ik een behoorlijk positieve bespreking over de colleges van Wiep van Bunge over 'Spinoza en zijn tijdgenoten'.
Terwijl Pieter Balling schreef:
“Welaan dan, o Mensch, buiten u hebt gij geen middel te zoeken om God te leeren kennen; in u zelve moet gij blijven, u wenden tot het Licht dat in u is: daar zult gij ze vinden en nergens anders. God is in u, en een iegelijk mensch, in zichzelve aangemerkt, het allernaaste. Die buiten zich gaat, om door de schepselen God te leeren kennen, die wijkt van God af, en zooveel te verder, naarmate hij zich meer aan de schepselen komt te vergapen. Dit staat u dus te vermijden, het tegendeel te betrachten. Geeft acht op het Licht dat in u is, laat u daardoor leiden, weest daaraan met volharding getrouw.” [Ik citeer de passage uit K.O. Meinsma, p. 218] |