Vandaag breng ik de inleiding van een boekje zoals ze tegenwoordig niet meer geschreven (kunnen) worden, n.l. uit de in 1868 uitgebrachte Nederlandse vertaling van een boekje van de Franse filosoof Paul Janet: Spinoza en het Spinozisme.
Janet werd na zijn studies hoogleraar moraalfilosofie te Bourges ((1845–1848) en Strasbourg (1848–1857), en vervolgens in logica aan het lycée Louis-le-Grand in Paris (1857–1864). In 1864 werd hij hoofd filosofie aan de Sorbonne en tot lid gekozen van l'Académie des sciences morales et politiques.
Hij schreef diverse werken op het terrein van filosofie, politiek en ethiek, zoals: La Famille, Histoire de la philosophie dans l'antiquité et dans le temps moderne, Histoire de la science politique, Philosophie de la Revolution Française. Volgens de Encyclopædia Britannica van 1911 zouden dit allemaal niet zulke originele werken zijn. Hij was een volgeling van Hegel en zijn hoofdwerk, Théorie de la morale, zou veel aan Kant ontlenen. Enfin, deze tweederangsfilosoof bezorgde een Franse vertaling van de KV: Court Traité sur Dieu, l'homme et la béatitude, traduction du Tractatus de Deo et homine ejusque felicitate de Baruch Spinoza (wellicht de Latijnse vertaling van de KV door Van Vloten?)
En hij schreef ook Spinoza en het Spinozisme, waarvan de vertaling in 1868 verscheen bij G.H. van der Schuyt te 's-Hertogenbosch.
De inleiding luidde aldus: