Hoewel hij in sommige blogs al wel eens genoemd was, wordt het
zo langzamerhand tijd dat Petrus Abraham Samuel van Limburg Brouwer hier een
apart blog krijgt. Zeker passend in deze "Maand van de geschiedenis". Aanleiding is, zo moge uit het vorig blog duidelijk zijn, de verschijning van het boek over hem
van Caspar Luckerhof.
Petrus van Limburg Brouwer werd geboren in Luik, waar zijn
vader buitengewoon hoogleraar letteren was. In 1831 aanvaardde zijn vader een
baan aan de Groninger Hogeschool en verhuisde het gezin terug naar Nederland. In
Groningen werd hij op z’n 15e student in de letteren en rechten –
Romeins en hedendaags recht. In 1850 promoveerde hij summa cum laude op de
dissertatie De actionum concursu, maxime
secundum Savignii sententiam. Hij vestigde zich in Amsterdam, waar hij advocaat werd. Hij werd medewerker (vanaf 1853) en redacteur
(1859-1865) van De Gids. In 1855
bedankte hij voor een professoraat in Groningen. In 1856 verhuisde hij naar Den
Haag, waar hij wetenschappelijk ambtenaar werd bij het Algemeen Rijksarchief wat
hij tot zijn overlijden bleef. Vanaf 1860 werd hij mede redacteur van De Nederlandsche Spectator.
Van Limburg Brouwer werd voor het kiesdistrict Almelo
verkozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (1864-1868). Hij had
vaak een filosofisch-wetenschappelijk inbreng in debatten en sprak vooral over
koloniale zaken en onderwijs. Na zijn vertrek uit de Kamer werd hij bestuurslid
van het Koninklijk Instituut voor de taal-, land- en volkenkunde van
Nederlandsch-Indië. Op zijn 40e openbaarde zich bij hem de tekenen
van tuberculose waaraan hij op z’n 43e overleed.