Overdaad schaadt…. of toch niet ??

0
386
 
Wanneer men vraagt naar ‘n karaktereigenschap van de laatste decennia, dan kan een voor de hand liggend antwoord zijn;
de enorme toename van de informatie-dragers, zoals dat in het tegenwoordig spraakgebruik zo genoemd wordt.
Zo’n honderd jaar geleden kende men de telegraaf, de post en postduif, de krant en het tijdschrift en dat was het dan wel, waar zich de niet-analfabeten zich moesten behelpen. Alleen, niemand voelde dit toen zo. Op een enkele uitzondering na. En dat waren de uitvinders, die het niet voldoende vonden. En we werden verrijkt – nou ja ? – met de fotografie, die later de film baarde, de radio en de telefoon. En dit bleef toen zo tot de tweede wereldoorlog. Daar was een aanleiding nog wat informatie-uitwisseling aan toe te voegen, zoals de radar. Aan de perfectie van al bestaande optische middelen ga ik wetens voorbij.
Maar na de zestiger jaren van de vorige eeuw nam de uitbreiding van mogelijkheden explosief, letterlijk en figuurlijk, toe. Raketten bracht satellieten in de ruimte. Inmiddels zoveel, dat het een wonder mag heten, dat er nog geen vliegtuigen door getroffen zijn. Om op adequate hoogte te geraken moeten ze de luchtvaart-wegen toch ergens passeren en.. ze komen op de een of andere manier ook wel weer omlaag.
Maar dichter bij ons, gewone mensen kwamen de band- en later cassette-recorders. De walkman en de discman, de draagbare radio, de televisie met al haar verdere toepassingen en ontwikkelingen. Een nieuw heelal aan mogelijkheden werd aangeboord door de computer met al haar huidige toepassingen. Iemeels, websites, weblogs en alles wat er rondom heen hangt. De telegraaf heeft het al moeten opgeven. Kranten en tijdschriften kregen een handzamer formaat. De apparaten voor de geluidsoverdracht werden kleiner, zo klein dat ze in horloges en telefoontoestellen konden worden ingebouwd.
Ontwikkelingen, die zeker tot zegen van lichamelijk gehandicapten kunnen worden ingezet. Voor hen gaat een wereld open buiten de huisdeur en de deur van een verpleeginrichting. En wereldwijd, ongekend en ongedroomd. Er komen steeds nieuwe aanpassingen binnen, die een eind aan een of ander soort isolement kunnen maken.
Maar……
Is nu de intermenselijke communicatie er ook zo – en liefst in die mate – op vooruit gegaan ??
Is het aantal voorkoombare misverstanden nu ook afgenomen ?
Is er niet een nieuwe cultuur ontstaan van mis-communicatie ?
In 1946 was de leuze bij de toenmalige oorlogsmisdadigers, dat ze >>Het niet geweten< zouden hebben. In de laatste zes jaar gaat de ene na de andere minister door de knieën, die gewezen wordt op mis-informatie, dat ze >het niet geweten hebben<. Bron voor een parlementaire leugencultuur. Achteraf blijkt dan, dat er wel een bepaalde reden voor het »sparend zwijgen« te vinden was. Maar ondanks dat blijft een minister wel verantwoordelijk voor zijn beleid. Ook hierin. Maar die verantwoordelijkheid leidt helaas zelden of nooit tot »zelfjustitie«. Zolang zij geen namen hoeven te noemen, kunnen zij met deze ondoorzichtige waarheid doorgaan. En daarbij beschikken zij ook nog over de dooddoener van het »zwijgen in het landsbelang«. Een bewijs hiervoor kan toch niet worden gegeven.
Maar is dat dan beperkt tot het parlementaire leven ?
Helaas, nee !
Onder de kreet van de >bescherming van de privacy< wordt veel onder de tafel geveegd. Oprechtheid en eerlijkheid werden tot vieze woorden en begrippen gemaakt. In een tijd, dat taboes de wereld uit gegooid worden, blijft deze taboe, die het nooit geweest is, bestaan.
Wat te denken van een vele jaren durende relatie, waar de vrouw ‘s morgen, ‘s middag en ‘s avond naar haar werk gaat, voor het dichttrekken van de huisdeur naar haar man, ergens in huis, nog even toeroept »Dag«, of ter afwisseling »Ik ben weg!«. Hem achterlatend met de ongewisheid van het tijdstip, wanneer zij terug zal komen. Slechts één aspect van hun dagelijkse informatie-uitwisseling. Want hij weet dan ook niet, wanneer en waar zijn vrouw zich tijdens dat werk zal ophouden. Je moet er niet aan denken, dat er wat gebeurt. Noch met hem, maar ook niet met haar. Een draagbare telefoon is ook geen oplossing, want die kan / mag zij in haar auto, of tijdens haar werk, niet gebruiken.
En zo verschrompeld ieder ideaal tot een minder-iets, dan de trommel, of de rook- en vuursignalen, die duizenden jaren geleden perfect en tijdig konden zorgen, dat mensen werden gewaarschuwd dat >er wat bijzonders aan de hand was<<.