Op zijn altijd interessante website "Van goden en mensen" volgt Paul Delfgaauw intensief wat er op het gebied van denken en spreken over God en godsdienst in de – vooral Nederlandse – wereld te koop is.
Op 21 december gaf hij onder de titel "God bestaat, maar is hij ook een goede God?" een samenvatting van een lezing die de filosoof Emanuel Rutten onlangs hield over de vraag naar de rechtvaardiging van de goedheid van God in het licht van het kwaad – de vraag die we sinds Leibniz omschrijven als: Theodicee. Op de vraag zelf en de enigszins traditionele behandeling ervan door Rutten hoef ik hier niet in te gaan. Het is genoeg wanneer ik op de illustratie inga.
Delfgaauw illustreert zijn blog namelijk met een verkeerd plaatje. Op de plaats van Gods scheppende hand in Michelangelo's schildering in de Sixtijnse Kapel zet hij een opgestoken duim. Maar het gaat over het denken van de mens over God en diens vraag over of God al dan niet goed is. Dat blijkt uit de behandeling van de kwestie door Emanuel Rutten; het volgt uit de bekende uitspraak van Harry Kuitert "Alle spreken over boven komt van beneden", maar het blijkt uiteraard vooral uit de filosofie van Spinoza: of iets goed of slecht is, is iets bekijken vanuit de mens zelf. God, de alomvattende werkelijkheid is sowieso perfect, want is wat ie is en zou niet anders kunnen zijn; vandaar dat Spinoza kan zeggen dat werkelijkheid en perfectie voor hem hetzelfde zijn.
Zó is het een illustratie die bij elke religie of filosofische theodicee en ook het Spinozisme past (waarbij we het antropomorfe godsbeeld even voor lief nemen).